Inbedrijfname - Schneider Airsystems FP-A Manual De Instrucciones

• Verboden: manipulaties; oneigenlijk ge-
bruik; noodreparaties; andere energie-
bronnen;
vewijderen of beschadigen; gebruiken bij
lekken of bedrijfsstoringen; geen originele
onderdelen; opgegeven toelaatbare werk-
druk (max. + 10%) overschrijden; werken
zonder beschermende uitrusting; apparaat
onder druk transporteren, onderhouds-
werkzaamheden,
zonder toezicht laten; andere / verkeerde
smeermiddelen gebruiken; roken; open
vuur; stickers verwijderen.
• Verboden: in de vrije ruimte in werking
brengen; geknikte / beschadigde vetslan-
gen gebruiken; klauwkoppeling dichthou-
den; verkeerde
restmateriaal / reinigingsmiddelen..
• Verboden: gebruik in het geneesmidde-
len- / levensmiddelenbereik; verkeerde
verwerkingsmiddelen; vonkvorming.
2.4

Inbedrijfname

Voor inbedrijfstelling:
1. Technische gegevens, afbeeldingen, po-
sitienummers, gebruik conform de bepa-
lingen en veiligheidsinstructies in acht
nemen
(zie ook gebruiksaanwijzing deel 1
hoofdstuk „Technische gegevens" en
hoofdstuk „Gebruik conform de bepa-
lingen").
2. Visuele controle uitvoeren.
3. Niet onder 5° C gebruiken.
Vulling met vetcratridges of met los vet
via een vetpomp:
Vetcratridges:
1. Vetslang (pos. 04) op vetpers monteren
en met vorksleutel aantrekken.
2. Vetreservoir (pos. 05) afschroeven.
3. Cartridge bij de inschuifopening openen.
4. Cartridge met een draaibeweging over
de vetzuiger schuiven (afbeelding 2a).
5. Greepstuk (pos. 07) met vetcartridge tot
aan de aanslag terugtrekken en met vei-
ligheidshefboom (pos. 08) borgen
6. Cartridge openen.
7. Vetreservoir (pos. 05)
(afbeelding 2b).
veiligheidsinrichtingen
reparaties uitvoeren,
afvalverwerking
aanschroeven
8. Veiligheidshefboom (pos. 08) indrukken
en greepstuk in het vetreservoir druk-
ken.
Los vet via de vetpomp:
1. Vetslang (pos. 04) op vetpers monteren
en met vorksleutel aantrekken.
2. Greepstuk (pos. 07) op het gemonteer-
de vetreservoir (pos. 05) tot aan de aan-
slag
veiligheidshefboom (pos. 08) borgen.
3. Vulslang van de vetpomp op de vulnippel
(pos. 06) aansluiten en vetreservoir vul-
len.
4. Vulslang van de vetpomp losmaken.
5. Veiligheidshefboom (pos. 08) indrukken
van en greepstukken in het vetreservoir
drukken.
Persluchtaansluiting:
1. Onderhoudseenheid met filterdrukver-
mindering en olievernevelaar voorscha-
kelen.
2. Snelkoppeling van de persluchtslang op
de steeknippel
(afbeelding 1a).
Werking:
1. Vetpers ontluchten door de ontluchtings-
klep (pos. 03) in te drukken.
2. Klauwkoppeling
(pos. 04) op de vetnippel drukken en tij-
dens het vullen vasthouden.
3. Aftaphendel (pos. 02) indrukken.
Afhankelijk van het type is een handma-
tige of automatische werking van de
vetpers mogelijk:
Handmatige werking:
Elke keer dat de aftaphendel (pos. 02) wordt
ingedrukt, wordt een vetstoot gegeven
Handmatige werking:
Door aan de aftaphendel (pos. 02) te trek-
ken, wordt automatisch vet in stoten gege-
ven, totdat de aftaphendel weer losgelaten
wordt. De stoten worden langzamer en ko-
men tot stilstand zodra de vetruimte gevuld
is.
Na gebruik:
1. Snelkoppeling
(pos. 01) halen (afbeelding 1b).
2. Apparaat droog reinigen en opslaan.
terugtrekken en
(pos. 01)
van de
van de
NL
FP
met
drukken
vetslang
steeknippel
II/ 23