5.2 Basisopbouw
Pos.
zie afb. 4, zie afb. 5
De opbouw in het opbouwapparaat (bijv. L.A.S.A.R. Assembly 743L200 of
PROS.A. Assembly 743A200) uitvoeren. Gebruik voor de opbouwlijn een
laser (bijv. 743L20*, 743L5).
Kies de stijfheidsvariant voor de prothesevoet aan de hand van de keuzetabel
len in de beknopte handleiding 647H545 (hoofdstuk "Keuze van de stijfheids
variant van de 1E90" - zie pagina 6).
Monteer de zool aan de prothesevoet zoals aangegeven in de bijbehorende
gebruiksaanwijzing.
Monteer de kokeradapter aan de voetadapter (hoofdstuk "Kokeradapter aan
de voetadapter monteren" - zie afb. 2).
Monteer de voetadapter aan de prothesevoet (hoofdstuk "Testadapter aan de
prothesevoet monteren," - zie pagina 79).
Verbind de prothesekoker met de kokeradapter. Gebruik indien nodig extra
adapters aan de hand van de bijbehorende gebruiksaanwijzingen.
Positioneer de proximale rand van de testadapter minimaal 40 mm onder de
kniespleet.
Bepaal de plaats van het opbouwreferentiepunt
(kniespleet) ten opzichte van de zool aan hand van de afstand van de knies
pleet tot de grond.
Stel de vastgestelde hoek β voor de kokerflexie in.
a–p-positionering van de markering
opbouwlijn
10 – 15 mm
Exorotatie van de voet:
0°
Verloop van de frontale opbouwlijn
• Laterale rand van de patella
• Midden van de prothesevoet
5.2.1 Kokeradapter aan de voetadapter monteren
INFORMATIE
Positionering van de kokeradapter aan de testadapter
De kokeradapter kan in drie verschillende standen (12 mm naar anterieur –
in het midden – 12 mm naar posterieur) op de testadapter worden gemon
teerd.
78
Schematisch overzicht van de basisopbouw
:
van de prothesekoker
op de zool ten opzichte van de
: