C
Gebruik van het toestel
Functies
Toetsen
Het schema hiernaast is er louter ter info.
De werkelijke configuratie hangt af van het
betreffende product of de door de verdeler
verschafte indicaties.
A
REF.TEMP (koeltemperatuur)
COOL (snelle koeling)
C
D
FRZ.TEMP (bevriezingstijd)
MODE
E
L O C K / U N L O C K ( V e r g r e n d e l e n /
ontgrendelen)
Weergavescherm
1
Koelpictogram
2
Stoppictogram
3
Zone voor temperatuurweergave
4
Pictogram superkoeling
5
Sensorpictogram
6
Pictogram snelle koeling
7
Pictogram Bevriezing
8
Pictogram Vergrendeling/ontgrendeling
9
Pictogram superbevriezing
10
Vakantiepictogram
Weergave
•
Werking van het weergavescherm:
bij normaal weer zal het scherm het
vergrend eli ng sp i c tog ram weerg even
wanneer u gedurende 30 seconden de
deur niet opent of niet op knopjes drukt;
het zal vervolgens na 30 seconden in
de vergrendelmodus doven. Wanneer
het weergavescherm gedoofd is, dient
het in principe op te lichten wanneer u
op een toets drukt. Bij een storing die
overeenkomt met één van de foutcodes,
licht het weergavescherm op en dooft het
opnieuw na 30 seconden.
38
NL
Normale weergave
•
In de vergrendelingsmodus doet de
weergavezone de ingestelde temperatuur
verschijnen in alle compartimenten. In de
ontgrendelingsmodus licht het pictogram
van het compartiment dat ingesteld wordt
op en geeft de temperatuurweergavezone
B
de temperatuur van dit compartiment
FAST
a a n . B i j e e n s t o r i n g g e e f t d e
temperatuurweergavezone een foutcode
aan (lusweergave) en 'Ex' (waarbij x een
cijfer is).
Vergrendeling/ontgrendeling
•
Vergrendeling: Houd de toets 'LOCK/
UNLOCK' (vergrendeling/ontgrendeling)
g e d u r e n d e 3 s e c o n d e n i n d e
ontgrendelmodus. Het systeem gaat dan
over in de vergrendelmodus, en laat een
vergrendelgeluid horen.
•
Wanneer u gedurende 30 seconden
n i e t o p e e n k n o p d r u k t , s t a p t h e t
s y s t e e m a u t o m a t i s c h o v e r o p d e
vergrendelingsmodus.
•
Ontgrendeling: houd de toets 'LOCK/
UNLOCK' gedurende 3 seconden in de
vergrendelingsmodus. Het systeem gaat
dan in de ontgrendelingsmodus en laat een
ontgrendelingsgeluid horen.
•
Met uitzondering van het openingsalarm
en het defectalarm die gestopt kunnen
worden in de vergrendelmodus, kunnen de
volgende handelingen uitgevoerd worden
in de ontgrendelingsmodus: Tijdens elke
handeling in de vergrendelingsmodus zal
een vergrendelingspictogram drie keer
knipperen en zal het toestel een geluid
voortbrengen.
Instellingen van het koelcompartiment.
•
Zone voor de weergave van de temperatuur
en instelling van de temperatuur van het
koelcompartiment.
•
D r u k o p d e k n o p ' R E F. T E M P '
(Koeltemperatuur) om de temperatuur
van het koelcompartiment in te stellen.
Wanneer u één maal op deze knop drukt, zal
de temperatuur 1°C dalen. Druk nogmaals
op deze knop eenmaal de temperatuur 2°C
bereikt heeft. Het koelcompartiment wordt
standaard ingesteld op 8°C. De temperatuur
van het koelcompartiment verschilt van 2 tot
8 °C. De instelling zal effectief zijn vanaf de
vergrendeling.
De zone voor de weergave van de temperatuur
en de instelling van de temperatuur van het
koelcompartiment
•
Druk op de toets
om de
functies van het koelcompartiment in te
schakelen/ uit te schakelen.
Eenmaal het koelcompartiment geactiveerd
is, licht het pictogram
op en zal het
compartiment werken in overeenstemming
met de bijbehorende instellingen.
W a n n e e r h e t k o e l c o m p a r t i m e n t
uitgeschakeld is, zal het pictogram
doven.
Zone voor de weergave van de temperatuur
en de instelling van de temperatuur van het
diepvriescompartiment
•
D r u k o p d e t o e t s ' F R Z . T E M P '
( D i e p v r i e s t e m p e r a t u u r ) v o o r d e
instelling van de temperatuur van het
diepvriescompartiment. Wanneer u eenmaal
op deze toets drukt, zal de temperatuur
met 1°C zakken. Druk nogmaals op een
toets wanneer de temperatuur -24 °C
bereikt heeft. Het diepvriescompartiment
wordt standaard ingesteld op -16°C en de
temperatuur ervan verschilt tussen -24 tot
-16°C. De instelling zal effectief zijn vanaf de
vergrendeling.
Gebruik van het toestel
Intelligente modus van Superkoeling en
superbevriezing
•
Druk op de toets 'MODE' om de modi in
de volgende volgorde te laten verschijnen:
Normale → 'SUPER COOL' (superkoeling)→
'SUPER FRZ' (Superbevriezing) → 'SUPER
C O O L / S U P E R F R Z ' ( s u p e r k o e l i n g /
Superbevriezing) → 'Smart' (Intelligent) →
Normaal...
•
In de modus 'SUPER COOL' zal het
koelcompartiment ingesteld staan op 2 °C.
Wanneer u de modus 'SUPER COOL' verlaat,
zal het koelcompartiment terugkeren naar
de modus die geselecteerd werd vóór de
modus 'SUPER COOL'.
•
I n d e m o d u s ' S U P E R F R Z ' z a l h e t
diepvriescompartiment ingesteld worden
op -24 °C. Wanneer u de modus 'SUPER
FRZ' verlaat, zal de bevriezingsmodus
terugkeren naar de vóór de modus 'SUPER
FRZ' geselecteerde modus.
•
I n d e ' S M A R T ' - m o d u s z a l h e t
koelcompartiment 5°C weergeven en zal het
vriescompartiment -18°C weergeven. De
modi 'SUPER COOL' en 'SUPER FRZ' zullen
dan uitgeschakeld blijven.
•
Instelling van de duur van de modus
'SUPER FRZ'. De standaardduur van de
modus 'SUPER FRZ' bedraagt 6 uur. Houd
de toets 'MODUS' gedurende 3 seconden
ingedrukt in de modus 'SUPER FRZ' en u
heeft toegang tot het instelmenu van de
duur van de modus 'SUPER FRZ'. Druk op
de toets 'FRZ.TEMP' om 6 uur of 48 uur te
selecteren.
Sensormodus
•
Het pictogram 'Radar' (sensor) licht steeds
op, om u eraan te herinneren dat de koelkast
over een temperatuursensor beschikt.
NL
C
39