3. MONTAGE
GEVAAR
Risico op ongevallen door beschadiging door onderdelen met scherpe randen!
De montage van onderdelen met scherpe randen kan de zadelpen vroegtijdig beschadigen.
• Zorg ervoor dat de zadelpenklem, de zadelbuis van het fietsframe en de eventueel gebruikte
reduceerhuls geen scherpe randen hebben.
3.1 BEVESTIGEN VAN DE AFSTANDSBEDIENINGSHENDEL AAN HET STUUR
1. Schroef met behulp van een 3 mm
inbussleutel de bevestigingsschroef van
de klem los, open de klem en bevestig de
afstandsbedieningshendel aan de gewenste
stuurzijde.
2. Schroef de bevestigingsschroef in en draai deze aan met
een koppel van maximaal 5 Nm.
→ Als de afstandsbedieningshendel op een koolstofstuur is
gemonteerd, kan het maximale koppel lager zijn. Neem de
gebruiksaanwijzing van de stuurfabrikant in acht!
3.2 ZADELPEN HANDMATIG UITSCHUIVEN
De zadelpen wordt in ineengeschoven toestand geleverd. De zadelpen moet vóór de montage
handmatig worden uitgeschoven.
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door het plotseling uitschuiven
van de zadelpen!
Na handmatige bediening van de snelverbinding schuift
het bovenste deel van de zadelpen zelfstandig en abrupt
uit.
• Zorg ervoor lichaamsdelen of uw hoofd uit het bereik
van de uit elkaar schuivende zadelpen te houden!
1. Houd de zadelpen met één hand op de zadelbuis (zoals
afgebeeld) vast en trek de snelverbinding met de andere
hand naar beneden.
→ Het slot wordt ontgrendeld en de zadelpen wordt
uitgeschoven.
56