4.4
Elektrische aansluiting van de boormachine
Neem hiervoor de relevante bepalingen van de fabrikant in acht.
5.
I N G E B R U I K N A M E
5.1
Instellen van de boorhoek (niet bij de E-variant)
Verwijder de onderste zeskantschroef aan de boorzuil van de voet. Maak de zich hierboven bevindende
zeskantschroef en de spanmoer aan de balk los. Stel het boorstatief op de gewenste boorhoek in en
draai de spanmoer en de zeskantschroef weer vast.
Let op: het boorstatief mag pas worden gebruikt, als spanmoer en zeskantschroef weer
zijn vastgedraaid.
5.2
Bevestigen van de diamant-kernboormachine
Om de kernboormachine aan het boorstatief te bevestigen, moet deze eerst aan de machineadapter (8)
worden vastgeschroefd. Bevestig de machineadapter zoals weergegeven in de afbeelding. Maak hiervoor
per sé gebruik van de meegeleverde keggen en draai de schroeven (M8x25-10.9) stevig vast.
Trek de excenteras (9) tot aan de aanslag eruit en bevestig nu de machine aan het boorstatief. Bevestig
de excenteras weer en draai deze met het handwiel (12) stevig vast.
Voor boorgaten met een diameter van meer dan 350 mm dient een afstandsplaat (10) te worden
gebruikt, die tussen machineadapter en kernboormachine wordt gemonteerd. Indien nodig dient deze met
de meegeleverde binnenzeskantschroeven (M8x105-10.9) stevig te worden vastgeschroefd. Hierbij dient
de afstandsplaat zo te worden bevestigd, dat de bovenste randen van de machineadapter en
afstandsplaat in één lijn lopen.
5.3
Waterverzamelring
Om het tijdens het nat boren uit de boring vrijkomende water op te vangen, hebt u een waterverzamelring
(22) en een multifunctionele zuiger nodig. De waterverzamelring kan voor de W EKA diamant-
kernboormachines type DK 22, DK 32, SR 35, DK 42, DK 52, SR 75 worden gebruitk.
Snijd een opening voor de gewenste boordiameter in de dichtring.
Breng de vergrendelhulzen (26) aan de voet aan met behulp van de binnenzeskantschroef M5x12. Aan
de stalen voet moeten bovendien twee schroeven met platte kop (31) worden aangebracht.
Breng de waterverzamelring in positie en plaats de spanveren op de contactpunten. Druk de spanveren
over het schuine vlak van de vergrendelhulzen naar beneden, totdat deze vastklikken.
Gebruik een passende slangkoppeling (27) voor uw waterzuiger.
5.4
Boren
Nadat het boorstatief indien nodig met de waterverzamelring star en absoluut veilig bevestigd en
uitgelijnd is, draait u de waterkraan zo ver open, dat voldoende water voor het koelen en spoelen
aanwezig is. Kies de voor uw boordiameter geschikte versnelling aan de boormachine en schakel deze
in.
Kies de positie van het handwiel (12), die voor u geschikt is (links, rechts, direct of boven de toevoer).
Boor door aan het handwiel van het boorstatief te draaien voorzichtig het gat. Let er hierbij op, dat de
boorkroon niet trilt of sterk vibreert. Nadat u de boorkroon na ca. 1 - 2 cm boordiepte gecentreerd hebt,
kunt u de toevoerkracht zo ver verhogen, totdat de maximale toevoerkracht bereikt is, echter alleen tot
het maximum van het vermogen van de boormachine.
Als u door wapening boort, moet u indien nodig de toevoerkracht verhogen, om een passende toevoer
te waarborgen. Het is hierbij vaak van voordeel, de motor van de boormachine op een kleiner toerental
terug te schakelen.
Zorg ervoor, dat er geen waterleiding, of zelfs elektrische leidingen aan- of doorboord
worden. In geval van twijfel dient u het boorgebied principieel met een leidingzoeker af te
zoeken.
5.5
Algemene toepassingsinstructies voor het boren
Stel tijdens het nat boren de hoeveelheid water aan de kogelafsluiter zo in, dat het vrijkomende materiaal
volledig uit het boorgat wordt weggespoeld.
U spoelt te weinig, als er om het boorgat boorslijk ontstaat.
Werk met voldoende aandrukkracht. Als deze te gering is, "polijsten" de diamanten. In dit geval wordt de
toevoersnelheid steeds geringer, totdat uiteindelijk niets meer wordt weggeboord.
Uitkomst hiervoor biedt alleen nog een SiC-schuursteen, waarmee de diamantsegmenten "opnieuw
geslepen" worden.
32