Uitademventiel visueel controleren
Uitademventiel-beschermkap van het
aansluitingsstuk trekken.
Een poot naar buiten trekken en de
veerbrug verwijderen.
Het ventielschijfje aan de nippel
vastpakken en uit de geleider trekken.
Ventielschijf en -zetel moeten schoon en onbeschadigd zijn,
anders reinigen of vervangen.
Ventielschijf met water bevochtigen en inzetten. De ventielschijf
moet door het eigen gewicht in de geleider glijden.
Veerbrug zo plaatsen dat beide pootjes zijwaarts inklikken.
De veerbrug is met "L" = links en "R" = rechts gemerkt en staat in
een hoek.
Lekkagecontroles
Tester en toebehoren: Test-It 4100 (AG 02 400), Testor 2100
(R 53 400), Prestor (AG 02 000), Quaestor, adapter (R 53 345),
blinde plug (T 52 246), uitademventielplug (R 53 346) en
maskerhouder S (R 53 930).
(1) Dichtheid controleren
Gelaatstukafdichting van binnen met water bevochtigen en
ademaansluiting met maskerhouder S op de testkop monteren
(Zie "De masker-/helm-combinatie opzetten en functie
controleren" op pagina 52).
Testkop opblazen tot de gelaatstukafdichting overal aansluit.
O-ring op de blinde plug of adaper invetten.
Aansluitingsstuk met adapter afsluiten.
Eventueel uitademventiel bevochtigen.
10 mbar onderdruk opwekken.
De ademaansluiting wordt als dicht beschouwd wanneer de
drukverandering na 1 minuut niet meer dan 1 mbar bedraagt. Anders
is (2) van toepassing.
(2) Controle met dichtgezet uitademventiel
De uitademventielschijf demonteren.
Uitademventielstop inzetten en met veerbrug bevestigen.
L
R
10 mbar onderdruk opwekken.
Bij een drukverandering kleiner dan 1 mbar na 1 minuut de
uitademventielstop verwijderen, nieuw ventielschijfje inzetten en
de controle op lekkage herhalen. Anders is (3) van toepassing.
(3) Lekkagecontrole onder water
Testkop inclusief ademaansluiting in het water onderdompelen.
Ca. 10 mbar overdruk opwekken en testkop onder het
wateroppervlak langzaam draaien.
Uittredende luchtbellen wijzen de lekkende plek aan.
Testkop en ademaansluiting uit het water halen, lekkende plek
afdichten.
Uitademventielstop verwijderen en uitademventiel monteren.
Lekkagecontrole herhalen.
Openingsdruk van het uitademventiel controleren
Bij gebruik van de tester Quaestor moet de openingsdruk minstens
4,2 mbar bedragen bij een constante doorstroomcapaciteit van
10 liter/minuut door de ademaansluiting. Anders de veer vervangen
en de controle herhalen. Bij gebruik van een tester die deze constante
doorstroomcapaciteit niet mogelijk maakt, bij v. Testor, dient de
openingsdruk minstens 4,5 mbar te bedragen.
Na de controle
Toets indrukken en adapter loskoppelen.
Ademaansluiting van de testkop nemen en evt. drogen.
Uitademventiel-beschermkap opzetten, moet vergrendelen.
55