SCHOORSTEENPIJP
enpijp geschikt is om rook af te voeren. De goede werking van
een eventueel vorig fornuis of vorige kachel die op diezelfde
schoorsteenpijp was aangesloten, houdt niet noodzakelijk in dat
ook de nieuwe kachel goed zal functioneren.
den met de plaats van de schoorsteenpijp, teneinde rookkanalen
met een onjuist verloop te vermijden. De afmetingen van de
schoorsteenpijp moeten overeenstemmen met de vermeldingen
geïsoleerde schoorsteenpijpen aan, bestaande uit hittebestendig
materiaal of roestvrij staal met een cirkelvormige binnenkant
en met gladde binnenwanden.
lengte dezelfde zijn (wij raden een hoogte van minimaal 3,5 à 4
meter aan).
enpijp een vergaarbak voor onverbrande resten en eventuele
condensatiedampen te plaatsen .
materiaal (asbest, gegalvaniseerd staal, geribbeld staal enz. met
een ruwe en poreuze binnenkant) zijn wettelijk verboden en
hinderen de goede werking van de kachel.
ikt (er mag geen rook van om het even welke andere bran-
dhaard worden afgevoerd).
enpijp zonder obstakels zoals versmallingen, horizontale delen,
uitstekende scherpe randen; voor eventuele verplaatsingen van
de as moet in de pijp een buiging worden aangebracht, met een
hoek van maximaal 45° ten opzichte van de verticale as (Afb. 3).
de installatie, voordien voor andere kachels of haarden werd
gebruikt, moet deze zorgvuldig worden gereinigd om te garan-
deren dat de kachel goed kan functioneren of om ontbranding
van voordien op de binnenwanden afgezette onverbrande resten
te voorkomen.
minste jaarlijks worden schoongeveegd.
enpijp een onderdruk van 0,12 tot 0,2 mbar genereren. Lagere
waarden kunnen de vlotte rookafvoer hinderen bij het vullen
van de kachel en te veel roetafzetting veroorzaken. Hogere
waarden veroorzaken een te snelle verbranding waardoor het
warmterendement daalt.
De waarden zijn terug te vinden in de tabel UNI 10683/2012.
nafstand van 2 meter aanbevolen en zou de schoorsteen van
de kachel minstens 40 centimeter boven de andere moeten
uitsteken. Zie de norm UNI 10683/2012, hoofdstuk inzake de
afstanden en plaatsing van schoorstenen.
ROOKKANAAL
Met rookkanaal wordt de buis bedoeld die de pijp waarlangs
de rook naar buitengaat, verbindt met het verbindingsstuk van
de schoorsteenpijp. Het kanaal moet worden opgebouwd uit
stijve buizen van staal of keramiek; buigzame metalen buizen
of vezelcement zijn niet toegestaan. Horizontale segmenten of
tegenhellingen zijn te vermijden. Wijzigingen van de doorsne-
de zijn enkel toegestaan aan de uitgang van de schoorsteen en
niet, bijvoorbeeld, aan de aansluiting van de schoorsteenpijp.
Hoeken van meer dan 45° (zie Afb. 1,2,3,4) zijn niet toege-
staan. De aansluiting van de metalen schoorsteenpijp op de
rookuitgang van de kachel moet met kit voor hoge temperatu-
ren worden afgewerkt.
klep te installeren op het rookkanaal.
ROOKAFVOER
SCHOORSTEEN
-
De schoorsteen moet winddicht zijn (gelieve u voor meer
uitleg tot uw verdeler te wenden) met een interne doorsnede
gelijkaardig aan die van de schoorsteenpijp, en een uitgang niet
kleiner dan het dubbele van de uitgang van de schoorsteenpijp.
Raadpleeg norm UNI 10683/2012 voor een correcte werking
-
van de schoorsteen.
TECHNISCHE GEGEVENS
-
Rendement
Nuttig vermogen
Verbruik brandstof per uur
Verwarmingsvolume
-
Gewicht BIG / met verpakking
Gewicht GLAM / met verpakking
Gewicht LUX / met verpakking
-
Gewicht VIP / met verpakking
Ø rookafvoer bovenaan of achteraan
-
(mannelijk) / schoorsteenpijp
Ø luchtuitlaten (mannelijk)
Opname lucht lokaal van installatie: hoger dan
-
-
- 55
- 55
-
-
70,3
%
9,7
kW
3,6
kg/h
255
m³
246
kg
256
kg
227
kg
246
kg
15
cm
10
cm
200
cm²