•
Irritaties (bijv. tendovaginitis, tendomyopathieën, lichte vochtophoping in
het gewricht, posttraumatische [distorsies], postoperatieve reactieve
aandoeningen en artralgieën)
•
Distorsies
•
Subluxaties/luxaties
•
Tendovaginitis bij de hand
•
Complex polsletsel
•
Carpaletunnelsyndroom
De indicatie wordt gesteld door de arts.
2.3 Contra-indicaties
2.3.1 Absolute contra-indicaties
Niet bekend.
2.3.2 Relatieve contra-indicaties
Bij de volgende indicaties is overleg met de arts noodzakelijk: huidaandoe
ningen/-letsel; ontstekingen; hypertrofisch littekenweefsel met zwelling,
roodheid en verhoogde temperatuur in het gedeelte van het lichaam waar
het hulpmiddel wordt gedragen; ernstige spataderen, in het bijzonder met
veneuze insufficiëntie; lymfeafvoerstoornissen alsmede zwellingen met een
onbekende oorzaak van weke delen die zich niet in de directe nabijheid van
het hulpmiddel bevinden; sensibiliteits- en doorbloedingsstoornissen in de
onderarm en de hand, bijv. bij diabetische neuropathie.
2.4 Werking
De bandage stabiliseert en ontlast de pols. De bandage immobiliseert de
pols gedeeltelijk en verlicht pijn.
3 Veiligheid
3.1 Betekenis van de gebruikte waarschuwingssymbolen
VOORZICHTIG
LET OP
3.2 Algemene veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Gebruik van een product waarin neopreen voorkomt
Allergische reactie door allergie voor neopreen of warmte
Waarschuwing voor mogelijke ongevallen- en letselrisi
co's.
Waarschuwing voor mogelijke technische schade.
Ottobock | 31