Bediening
Brandstof (Afb. 18)
WAARSCHUWING!
• Deze zeis heeft een tweetaktmotor. Gebruik daarom altijd
mengsmering, oftewel benzine gemengd met olie. Zorg
voor een goede ventilatie wanneer u tankt of omgaat met
brandstof.
• Brandstoffen zijn uiterst licht ontvlambaar en u kunt ernstig
persoonlijk letsel oplopen door de dampen in te ademen of
brandstof op lichaamsdelen te morsen. Wees altijd voorzichtig
en blijf goed opletten bij de omgang met brandstof. Zorg altijd
voor een goede ventilatie wanneer u brandstof binnen een
gebouw gebruikt.
Brandstof
• Gebruik altijd minstens 89 octaan loodvrije merkbenzine.
• Gebruik originele twee-takt olie of een mengsel van 25 :1 tot 50
:1, voor de juiste verhouding raadpleeg a.u.b. het etiket op de
oliefles of uw Tanaka dealer.
• Alleen in de staat CaliforniÎ 50:1.
• Als er geen originele olie beschikbaar is, gebruik dan een
kwaliteitsolie voor lucht gekoelde 2-takt motoren, waaraan een
anti- oxidantiemiddel toegevoegd is (JASO FC GRADE OIL of ISO
EGC GRADE). Gebruik nooit BIA of TCW (voor watergekoelde
2-taktmotoren) gemengde olie.
• Gebruik geen multigrade olie (10 W130) of afvalolie.
• Meng benzine en olie in een aparte jerrycan.
Begin met de helft van de gewenste hoeveelheid benzine in de
jerrycan.
Voeg de tweetaktolie toe (alle benodigde olie voor de gewenste
hoeveelheid brandstof). Meng het brandstof-oliemengsel
(schudden). Voeg tenslotte de resterende hoeveelheid benzine toe.
Meng (schud) het brandstofmengsel nog eens goed voor u het in
de tank doet.
Menghoeveelheid van tweetaktolie en benzine
Benzine (liter)
Verhouding 50:1
0.5
1
2
4
Tanken
WAARSCHUWING!
• Schakel de motor altijd uit voor het tanken.
• Maak de tank voorzichtig open om te tanken, om de
eventuele druk te laten ontwijken.
• Na het tanken dop weer goed vastschroeven.
• Ga minstens 3 m van de plaats waar u tankt vandaan alvorens
u de motor start.
• Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er onmiddellijk
uit met zeep of een wasmiddel.
• Controleer of er ergens brandstof lekt na het tanken.
Maak de tankdop zorgvuldig schoon voor het tanken zodat er geen
vuil in de tank kan vallen. De brandstof dient goed te zijn gemengd
door de jerrycan te schudden voor het tanken.
Starten (Afb. 19, 20, 21)
NL-6
Tweetaktolie (ml)
Verhouding 25:1
10
20
20
40
40
80
80
160
ATTENTIE!
Voordat u start moet u controleren of het snoeigedeelte niets
aanraakt.
1. Zet de ontstekingsschakelaar (1) in de positie AAN. (Afb.19, 20)
* Druk verschillende keren op de injectiepomp (4), zodat de
brandstof door de terugloopleiding vloeit. (indien aanwezig)
(Afb. 21)
2. Houd de vergrendeling (2) ingedrukt (indien aanwezig), trek
tegelijkertijd aan de gashendel en druk op de vergrendelknop
(3), laat daarna de gashendel langzaam los en vervolgens de
vergrendeling. Daardoor wordt de hendel in de startpositie
vergrendeld.
3. Zet de choke hendel in de positie GESLOTEN (5). (Afb. 21)
4. Trek met een korte ruk aan de trekstarter en zorg ervoor dat u de
starter goed in uw hand houdt, zodat hij niet plotseling terug kan
schieten.
5. Als u hoort dat de machine opstart, zet u de choke hendel in
de positie START (open). Trek vervolgens nog eens kort aan de
trekstarter.
ATTENTIE!
Als de motor niet wil starten, herhaal dan de stappen 2 tot 5.
6. Nadat de motor is gestart, trek aan de gas hendel om de knop
te ontgrendelen. Daarna moet de motor ongeveer 2-3 minuten
warm lopen voordat hij belast kan worden.
Trimmen (Afb. 22, 23, 24, 25)
• Als u gras trimt, laat de motor dan op meer dan 6500 rpm
draaien. Als de motor langdurig op een lager rpm draait, kan de
koppeling vroegtijdig slijten.
• Trim het gras van rechts naar links.
• Als het draaiende mes tegen een hard voorwerp botst, kan
het plotseling wegspringen. Hierdoor kan een gevaarlijke
reactie ontstaan waardoor het apparaat en ook de
bediener weggeslingerd kunnen worden. Deze reactie heet
MESSLINGERING. Daardoor kan de bediener de controle over
het apparaat verliezen en ernstig of zelfs levensgevaarlijk gewond
raken. Messlingering komt meestal voor op plekken waar het te
snijden/maaien materiaal moeilijk te zien is.
• Draag de gordel zoals afgebeeld (indien aanwezig). Het mesblad
draait tegen de klok in, dus voor een goed resultaat adviseren
wij om de trimmer van rechts naar links te bewegen Houd
toeschouwers op een afstand van minstens 15 m (50 ft.).
ATTENTIE!
In geval van nood, duw op de noodknop of trek aan de noodklep
(indien aanwezig). (Afb. 24)
WAARSCHUWING!
Als het snijgereedschap tegen stenen of ander afval stoot, zet
de motor dan stop en controleer of het snijgereedschap en de
bijbehorende delen beschadigd zijn. Als er gras of ranken in
het snijgereedschap vastzitten, zet de motor stop en verwijder
deze.
Stoppen (Afb. 26)
• Verlaag de snelheid van de motor, laat hem enkele minuten
onbelast draaien en schakel dan de ontstekingsknop uit.