BEDIENINGSPANEEL
A - Schakelaar voor het inschakelen.
B - Temperatuurregelaar.
C - Controlelampje aanwezigheid net.
D - Controlelampje dieseloliepeil.
E - Controlelampje peil ontkalkingsvloeistof.
F - Controlelampje melding storingen - onderhoud.
G - Controlelampje blokkering brander. (Indien aanwezig).
WEERGAVE MELDINGEN EN STORINGEN.
Controlelampje C): Aanwezigheid net met vast brandend
controlelampje (Schakelaar "A" in stand I), met knipperend
controlelampje hogedrukreiniger in toestand "TSI".
Controlelampje D): Brandstofpeil, met brandend controle-
lampje onvoldoende peil.
Controlelampje E): Peil ontkalkingsvloeistof, met brandend
controlelampje onvoldoende peil.
Controlelampje F): Melding storingen en geprogrammeerd
onderhoud vervallen.
- 2 knippersignalen, Alarm microlekkage.
- 3 knippersignalen, Alarm water ontbreekt.
- 4 knippersignalen, Alarm ingreep thermische beveiliging van
motor.
- 5 knippersignalen, Alarm ingreep veiligheidsthermostaat.
Controlelampje brandt vast, interval van geprogrammeerd
onderhoud vervallen bij 200 uur. Het controlelampje zal doven
na tussenkomst van het erkende servicecentrum.
Controlelampje G): Melding blokkering brander (indien
aanwezig).
STOPPEN VAN DE HOGEDRUKREINIGER - MO-
GELIJKE STORINGEN
1) Hogedrukreiniger langer dan 20 minuten niet gebruikt, ho-
gedrukreiniger in totale blokkering "TSI".
De toestand word gemeld door het knipperen van controle-
lampje C).
2) Brandstofpeil onvoldoende: de brander stopt en er wordt
geen warm water afgegeven.
De storing word gemeld door het branden van controlelampje
D).
3) Peil van ontkalkingsvloeistof onvoldoende: het ontkalking-
ssysteem blokkeert.
De storing word gemeld door het branden van controlelampje
E).
4) Detectie microlekkage of waterspuitmond verstopt: de ho-
gedrukreiniger stopt.
De storing word gemeld door het knipperen van controlelampje
F).
5) Detectie gebrek aan water: Na 3 minuten werking bij gebrek
aan water, stopt de hogedrukreiniger.
De storing word gemeld door het knipperen van controlelampje
F).
Nederlands
6) Ingreep thermische bescherming van de motor: de hoge-
drukreiniger stopt.
De storing word gemeld door het knipperen van controlelampje
F).
7) Ingreep veiligheidsthermostaat: de brander stopt.
De storing word gemeld door het knipperen van controlelampje
F).
8) Ingreep van blokkeringssysteem brander: de hogedrukrei-
niger stopt.
De storing word gemeld door het branden van controlelampje
G).
N.B. Om de meldingen te resetten, moet de hoofdschake-
laar "A" naar de stand "0" en vervolgens naar de stand "I"
worden gedraaid.
Raadpleeg bij een nieuwe ingreep de technische service.
- 33 -