3-2. Bedieningsprocedures
LET OP
■ Ignition Procedures
• Controleer wanneer u het verwarmingstoestel aan zet of ontsteking correct verloopt en of de vlam stabiel brandt.
Gebruik de brandstofmeter om te controle-
1
renof er voldoende brandstof in de tank zit.
Zet de hoofdschakelaar aan (ON) en de
2
ontsteking van het verwarmingstoestel zal
binnen ongeveer 5 seconden in werking
treden.
Als er iets mis gaat met de ontsteking, probeer het dan opnieuw als volgt.
Stop de werking van het toestel volledig.
Wacht tot het aan/uit lampje uit gaat. Nadat
het aan/uit lampje uit is gegaan, kunt u stap
2 hierboven opnieuw proberen. PROBEER
HET VERWARMINGSTOESTEL NIET
MEER DAN DRIE KEER ACHTER ELKAAR
TE ONTSTEKEN, WANT DIT KAN LEIDEN
TOT BRAND.
■ Veranderen van de verbrandingssnelheid.
Het verwarmingstoestel heeft een twee-
trapsverbranding die kan worden omge-
schakeld met de wisselschakelaar.
• Als u rook ziet of een brandlucht ruikt uit het verwarmingstoestel, moet u het toestel
onmiddellijk uit zetten om brand te voorkomen; raadpleeg uw dealer en laat het ver-
warmingstoestel inspecteren voor u het verder gaat gebruiken.
• Vaker dan drie keer achter elkaar proberen de brander aan te steken, kan leiden tot brand.
Als het verwarmingstoestel het ook na de derde keer achter elkaar niet doet, stop dan en
vraag uw dealer het toestel te inspecteren voor u het verder probeert te gebruiken.
• Pas er in het gebruik van de verwarming voor op dat de vloer (in het bijzonder vlak
voor het verwarmingstoestel) niet te heet wordt.
• Gebruik het verwarmingstoestel niet wanneer de brandstoftank vuil is, om te voorko-
men dat de ontsteking faalt of dat de verbranding niet correct verloopt.
Waar u op moet letten
Hoofdschakelaar aan (ON)
Hoofdschakelaar uit (OFF)
Wisselschakelaar
57