Kans op letsel!
Bij een eventueel defect aan een
van de veiligheidsvoorzieningen
mag het apparaat niet in bedrijf
worden genomen. Neem contact op
met een vakhandelaar. STIHL
beveelt de STIHL vakhandelaar
aan.
9.1 Veiligheidsvoorzieningen
De grasmaaier is met
veiligheidsvoorzieningen uitgerust om een
onopzettelijk contact met de maaimessen
en het uitgeworpen maaigoed te
voorkomen.
Hiertoe behoren de behuizing, de
uitwerpklep, de grasopvangbox en de
correct gemonteerde duwstang.
9.2 Motorstopbeugel
De grasmaaier is voorzien van een
motorstopvoorziening.
Tijdens het gebruik wordt na het loslaten
van de motorstopbeugel de
verbrandingsmotor uitgeschakeld.
De verbrandingsmotor en het maaimes
komen binnen 3 seconden tot stilstand.
Kans op letsel!
Als de uitlooptijd van het mes
langer is, mag u het apparaat niet
verder gebruiken en moet u het
naar de vakhandelaar brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de verbrandingsmotor
draait het mes en is er windgeruis te
horen. De uitlooptijd duurt even lang als
het windgeruis na het uitschakelen van de
verbrandingsmotor. Dit kan met een
stopwatch worden gemeten.
0478 111 9941 A - NL
10. Aanwijzingen voor
werken
Een fraai en vol gazon ontstaat,
– wanneer met lage snelheid gemaaid
wordt.
– wanneer het gazon vaak gemaaid en
kort gehouden wordt.
– wanneer bij warm en droog weer het
gazon niet te kort gemaaid wordt,
omdat het anders verbrandt door de
zon en lelijk wordt.
– wanneer met scherpe maaimessen
gewerkt wordt – daarom de
maaimessen regelmatig laten slijpen
(dealer).
– wanneer de snijrichting regelmatig
wordt gewisseld.
10.1 Werkgebied van de
gebruiker
● Bij het starten en bij draaiende
verbrandingsmotor moet de gebruiker
zich om veiligheidsredenen altijd in het
werkgebied bevinden achter de
duwstang. Neem steeds de door de
duwstang bepaalde veiligheidsafstand
in acht.
● De grasmaaier mag uitsluitend door
één persoon bediend worden, derden
moeten zich buiten de gevarenzone
bevinden. (
4.)
11. Apparaat in gebruik
nemen
11.1 Verbrandingsmotor starten
Start de verbrandingsmotor niet in
hoog gras. Selecteer bij moeilijk
starten een hogere instelling van de
snijhoogte.
Na het opstarten werkt de
verbrandingsmotor dankzij de vaste
aandrijfsnelheid steeds met
optimaal toerental.
● Duw de motorstopbeugel (1) naar de
duwstang en houd deze vast.
● Trek de startkabel (2) langzaam tot aan
de compressorweerstand uit. Trek
aansluitend krachtig en snel tot de
volledige armlengte door. Laat de
startkabel (2) weer langzaam
teruggaan, opdat deze weer correct
12
wordt opgerold.
● Voer deze actie opnieuw uit tot de
verbrandingsmotor aanslaat.
11.2 Verbrandingsmotor
uitschakelen
● Laat de motorstopbeugel (1) los
om de verbrandingsmotor uit te
schakelen.
De verbrandingsmotor en het maaimes
komen na een korte uitlooptijd tot
stilstand.
14
15
71