11.3 Wielaandrijving (RM 443 T,
RM 448 PC, RM 448 PT,
RM 448 T, RM 448 TX,
RM 448 TC, RM 448 VC)
De grasmaaiers RM 443 T, RM 448 PC,
RM 448 PT, RM 448 T, RM 448 TX,
RM 448 TC en RM 448 VC zijn voorzien
van een wielaandrijving.
RM 443 T, RM 448 PC, RM 448 PT,
RM 448 T, RM 448 TX, RM 448 TC:
Een aandrijfsnelheid vooruit (transmissie
met één versnelling)
RM 448 VC:
Onderweg traploos instelbare
aandrijfsnelheid vooruit (vario-
transmissie)
Wielaandrijving inschakelen:
● verbrandingsmotor starten. (
● Beugel wielaandrijving (1) naar de
duwstang trekken en houden.
De wielaandrijving schakelt in en de
grasmaaier zet zich vooruit in
beweging.
Voorkom schade aan het
apparaat!
Beugel wielaandrijving steeds
volledig (tot aan de aanslag)
indrukken, om gevolgschade aan
de transmissie te vermijden.
Aandrijfsnelheid instellen (RM 448 VC):
Voorkom schade aan het
apparaat!
Hendel vario-aandrijving (2) alleen
bij draaiende verbrandingsmotor
bedienen.
● Rijsnelheid verhogen:
hendel vario-aandrijving (2)
onderweg naar voren drukken.
72
● Rijsnelheid verlagen:
hendel vario-aandrijving (2)
onderweg naar achteren
16
trekken.
17
Wielaandrijving uitschakelen:
● beugel wielaandrijving (1) loslaten. De
wielaandrijving schakelt uit en de
grasmaaier blijft staan. De
verbrandingsmotor draait verder.
11.4 Grasopvangbox ledigen
Kans op letsel!
Vóór het loshaken van de
grasopvangbox moet de
verbrandingsmotor om
veiligheidsredenen worden
uitgeschakeld.
11.1)
● Grasopvangbox loshaken. (
● De grasopvangbox aan de sluitlip (1)
openen. Bovenste gedeelte van de
grasopvangbox (2) naar boven
openklappen en houden.
Grasopvangbox naar achter
omklappen en maaigoed ledigen.
● Grasopvangbox sluiten.
● Grasopvangbox vasthaken. (
12. Onderhoud
12.1 Algemeen
Kans op letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (
18
8.3)
8.3)
4.).
Jaarlijks onderhoud door de
vakhandelaar:
De grasmaaier moet elk jaar door een
vakhandelaar worden geïnspecteerd.
STIHL beveelt hiervoor de STIHL
vakhandelaar aan.
12.2 Verbrandingsmotor
Onderhoudsinterval:
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor.
Algemene aanwijzingen:
Neem de gebruiks- en
onderhoudsinstructies in de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing onder het punt van de
verbrandingsmotor in acht.
Voor een lange levensduur is het van
belang de olie op peil te houden,
regelmatig de olie te verversen alsook het
luchtfilter te vervangen.
Voor de aanbevolen oliewissel-intervallen
en informatie over motorolie en de
vulhoeveelheid olie verwijzen wij u ook
naar het punt van de verbrandingsmotor in
de gebruiksaanwijzing.
De koelvinnen moeten altijd schoon
worden gehouden om een goede koeling
van de verbrandingsmotor te garanderen.
12.3 Apparaat reinigen
Onderhoudsinterval:
na elk gebruik
Door het apparaat zorgzaam te
behandelen, beschermt u het tegen
beschadigingen en verlengt u de
levensduur.
0478 111 9941 A - NL
19