Ledpositie wanneer de pomp in gestopt is.
LINE
RUN
FAULT
1
0
0
1
2
0
1
0
3
1
0
1
1
3
3
1
0
4
1
2
2
1
2
1
1
4
4
1
4
1
2
0
2
1
0
2
4.4. Automatische reset
Indien het elektronisch circuit een storing vaststelt, zal de pomp stoppen, en zullen de alarm- en runleds
inschakelen zoals is aangegeven in de tabel. Het circuit probeert vier maal opnieuw; indien door een tekort
aan water bij geen enkele poging de druk opnieuw wordt bereikt, blijft het circuit buiten bedrijf tot dit manueel
opnieuw wordt geactiveerd. Door simultaan op (+) en (-) te drukken zal het circuit resetten.
Terwijl de pomp gestopt is in de storingsmodus, wachtend op een nieuwe poging, knippert de alarmled, na 4
niet pogingen zonder succes blijft de alarmled aan.
De volgende grafiek illustreert de tijdsintervallen tussen de verschillende pogingen, wanneer deze geen
succes hebben.
5. NIVEAUSENSOR
Het is mogelijk een externe niveausensor aan te brengen voor aanzuiging. De sensor moet van het type met
vlotter zijn (In15). Verbindingsschema. Zie fig. 1.
Open nooit het deksel zonder de stroomtoevoer gedurende meer dan 5 minuten te hebben
uitgeschakeld.
Toestand van de installatie
Normale werking. De pomp wacht op debietvraag.
Niveau in reservoir te laag. Wanneer het waterniveau zich herstelt zal de
pomp automatisch in bedrijf treden.
Storing droge werking. De pomp stopt wegens watergebrek en de installatie
poogt de automatische resetcyclus uit te voeren (4).
Alarm droge werking. De installatie is gestopt vanwege watergebrek en wacht
op een handmatige reset.
Alarm wegens te lage druk. Wanneer de installatie watercirculatie detecteert
en de de druk valt onder de 0.3 bar stopt de pomp (mogelijke breuk in een
leiding). Een handmatige reset is noodzakelijk.
Alarm druktransducer. Wanneer de communicatie zich herstelt, zal de
installatie zich automatisch opstarten.
Fout stroom. De pomp stopt wegens een overintensiteit en de installatie poogt
de automatische resetcyclus uit te voeren (4).
Fout stroom. De installatie is gestopt vanwege overintensiteit en wacht op een
handmatige reset.
Fout wegens kortsluiting. De pomp stopt wegens overbelasting en de
installatie poogt de automatische resetcyclus uit te voeren (4).
Alarm wegens kortsluiting. De installatie is gestopt vanwege overbelasting en
wacht op een handmatige reset.
Fout spanning. Wanneer de voedingsspanning zich herstelt zal de pomp
automatisch in bedrijf treden.
Intern alarm. Storing in elektronische communicatie. Koppel de pomp los van het
elektrisch net en schakel deze terug in door simultaan te drukken op (+) en (-).
Volgens het type storing zal de pomp zich resetten of in de storingsmodus blijven.
38
NL