DALI-uitvoering (+HFSB / +HFSX)
Werking
De ingebouwde HF DALI-sensor bestaat uit een HF sensor voor de bewegingsdetectie
en een sensor voor het meten van de helderheid van de omgeving. Al naargelang de
gedetecteerde beweging en de gemeten verlichtingssterkte wordt de armatuur inge-
schakeld. Via de DALI-bus kunnen extra DALI-armaturen met de sensor verbonden
en aangestuurd worden. Door de installatie van extra HF DALI-sensoren kan het
systeem eenvoudig uitgebreid worden en kunnen er groepen gevormd worden.
Elke HF DALI-sensor heeft zowel een DALI-masterinterface als een DALI-slave-in-
terface.
De DALI-masterinterface stuurt de aangesloten DALI-armaturen aan en staat ook
in voor de stroomvoorziening van de DALI-bus. Via de DALI-slave-interface kan een
netwerk gemaakt worden met een andere sensor en diens DALI-master. De sensoren
communiceren via beide interfaces.
Elke HF DALI-sensor vormt een eigen groep met de DALI-armaturen die erop
aangesloten zijn. Deze groep kan maximaal 15 DALI-armaturen bevatten.
Ook een HF DALI-sensor zonder extra DALI-armaturen gedraagt zich als een groep.
Verscheidene groepen worden samengevoegd tot een totaalgroep, die alle
HF DALI-sensoren en DALI-armaturen omvat die fysiek op de DALI-bus aangesloten
zijn.
Een HF DALI-sensor fungeert als repeater en filter voor alle DALI-commando's die
uitgewisseld worden tussen de twee DALI-interfaces (DALI-master/DALI-slave)
binnen een totaalgroep.
Als een HF DALI-sensor op grond van zijn sensorwaarde de DALI-armaturen van
zijn groep inschakelt, worden de twee aangrenzende HF DALI-sensoren daarover
geïnformeerd. Hoe de aangrenzende sensoren daarop reageren, is afhankelijk van
de systeeminstellingen.
Een woordje uitleg over de twee mogelijke bedrijfsmodi:
Gedrag groepsmodus
Als een HF DALI-sensor een beweging detecteert en de verlichtingssterkte zich
onder de geprogrammeerde drempel voor de helderheid van de omgeving bevindt,
worden alle DALI-armaturen binnen de totaalgroep op het geprogrammeerde
hoofdlichtniveau gebracht.
Gedrag zwermmodus
In zwermmodus worden niet alle DALI-armaturen van de totaalgroep op het
geprogrammeerde hoofdlichtniveau gebracht, maar alleen de DALI-armaturen
van de direct aangrenzende subgroepen. Zo is het mogelijk alleen de armaturen
in de directe omtrek van de geregistreerde beweging aan te sturen. Alle andere
armaturen van de totaalgroep blijven uitgeschakeld of in basislichtmodus.
66