! Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer
mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het
apparaat is ingebouwd.
! Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden
bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder
gereedschap te gebruiken.
! Als de kookplaat niet boven een inbouwoven wordt
geïnstalleerd, moet u een houten isolatieplank
aanbrengen. Deze moet op een minimum afstand van
20 mm van de onderkant van de kookplaat worden
geplaatst.
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel zijn geschikt
voor werking met de wisselstroom, de spanning en de
frequentie die zijn aangegeven op het typeplaatje (aan de
onderzijde van de kookplaat). De aarding van de kabel wordt
aangegeven door de kleuren geel-groen. Als het fornuis
wordt geïnstalleerd boven een inbouwoven moeten de
elektrische aansluitingen van fornuis en oven apart worden
uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als voor het
eventueel makkelijker verwijderen van de oven.
Eenfasige aansluiting
Als de kookplaat al beschikt over een
Blauw Bruin
Groen/Geel
voedingskabel, moet u hem aan het
elektrische net verbinden door de
kabelkleuren te bevestigen volgens
het schema hiernaast. De geel/groene
aardleiding moet 5 cm langer zijn ten
opzichte van de andere leidingen.
N
L
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net een
meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand
tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan
het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende
normen (de aarding mag niet worden onderbroken door
de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden
geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het
typeplaatje;
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje;
• het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet
zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te
vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer
en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag
alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Starten en gebruik
! De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat
gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een
speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de
eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat
u een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.
Aanzetten en werking van de kookplaat.
1. Knop ON/OFF naar rechts draaien in stand
2. De gewenste temperatuur instellen door de knop
TEMPERATUURREGELING te draaien.
3. Zo gaat de plaat aan en gaan de controlelampjes ON/
OFF e TEMPERATUURAANWIJZER.
4. W a n n e e r
h e t
TEMPERATUURAANWIJZER uitgaat, betekent dit dat
de gekozen temperatuur bereikt is.
5. Een thermostaat houdt de gekozen temperatuur constant.
Tijdens de volgende verwarmingsperiode, gaat het
controlelampje TEMPERATUURAANWIJZER opnieuw aan.
Uitschakelen kookplaat
Om het apparaat uit te zetten, knop ON/OFF van stand
tegen de klok in naar stand "O" draaien.
Veiligheidssystemen
Warmteaanwijzers
Als na het gebruik van het apparaat het controlelampje
RESTWARMTE aan blijft, betekent dit dat de kookzone nog
warm is (temperatuur van meer dan 60°C); contact vermijden.
Het controlelampje gaat uit zodra de kookplaat is afgekoeld.
Technische beschrijving van de modellen
Kookplaten
Kookzones
Totaal vermogen
Praktische tips voor het gebruik van het
apparaat
De gerechten kunnen direct op het oppervlak van de kookplaat
met of zonder gebruik van boter of olie bereid worden.
Tijdens de bereiding kan de (bijgeleverde) spatel worden
gebruikt om de gerechten te roeren.
c o n t r o l e l a m p j e
TEPPAN YAKI F
TEPPAN YAKI SF
Vermogen (in W)
2000
37
NL