De hydraulische aansluiting moet uitgevoerd worden door
gekwalifi ceerd personeel dat een conformiteitverklaring
kan afl everen overeenkomstig het Ministerieel Besluit. 37 ex
L. 46/90. Tijdens de installatie en het gebruik van het apparaat
moeten de plaatselijke en nationale wetten en de Europese
normen in acht worden genomen. In Italië refereert men aan
de norm UNI 10683 alsmede aan de regionale indicaties of de
indicaties van de plaatselijke ASL. Het is echter essentieel te
verwijzen naar de wetten die gelden in elk land. Vraag de behe-
erder om toestemming alvorens u het apparaat in een meerge-
zinshuis installeert.
CONTROLE COMPATIBILITEIT MET ANDERE
INSTALLATIES
In Italië de termokachel mag NIET worden geïnstalleerd in
dezelfde kamer waar zich gasverwarmingstoestellen bevin-
den van het type B (vb. gasketels, kachels en apparaten met
wasemkap) want de thermokachel zou een depressie kunnen
creëren in de kamer en de werking ervan in het gevaar brengen
of beïnvloeden.
CONTROLE ELEKTRISCHE AANSLUITING
stekkerdoos op een bereikbare plek aan)
De thermokachel is voorzien van een elektrische voedingskabel
die op een 230 V 50 Hz stopcontact, het liefst voorzien van een
magnetothermische schakelaar, moet worden aangesloten.
Spanningsvariaties van meer dan 10% kunnen de thermokachel
negatief beïnvloeden (we raden u aan om, als dit niet voorzien
is, een passende differentieelschakelaar te installeren). De
elektrische installatie moet aan de normen voldoen; controleer
met name de doeltreffendheid van de aarding. De voedingslijn
moet een doorsnede hebben die geschikt is voor het vermogen
van de apparatuur.
De slechte functionering van het aardecircuit veroorzaakt sto-
ringen waar Edilkamin zich niet verantwoordelijk voor acht.
PLAATSING EN AFSTANDEN VOOR BRANDVEILI-
GHEID
Voor een correcte werking van de termokachel dient deze water-
pas op de vloer te worden geplaatst. Controleer de draagkracht
van de vloer. De thermokachel moet worden geïnstalleerd met
inachtneming van de volgende veiligheidsvoorwaarden:
- minimum afstand aan de achter- en zijkanten van 10 cm tot
ontvlambare materialen.
- aan de voorkant van de thermokachel moeten licht ontvlambare
materialen op een afstand van minstens 80 cm worden geplaatst.
- als de thermokachel op een ontvlambare vloer geplaatst
wordt, moet tussen de thermokachel en de bodem een plaats
van warmte isolerend materiaal worden aangebracht.
De plaat moet aan de zijkanten 20 cm en aan de voorkant 40 cm
uitsteken. Op de thermokachel en in het geval van afstanden die
kleiner zijn dan de veiligheidsafstanden mogen
geen voorwerpen van ontvlambare materialen worden geplaatst.
In het geval van een aansluiting op een houten wand of een
wand van andere ontvlambare materialen is het noodzakelijk
LUCHTTOEVOER: absoluut noodzakelijk
Het is noodzakelijk dat de installatieruimte van de termokachel
voorzien is van een luchttoevoer met e en minimum doorsnede
van 80 cm² zodat het herstel van de verbruikte lucht voor de
verbranding gegarandeerd wordt.
De termokachel kan ook lucht aanvoeren door een rechtstreekse
verbinding naar buiten via een verlengstuk op de stalen buis met
een diameter van 5 cm. In dat geval kunnen problemen ontstaan
door condensatie en moet u de luchttoevoer met een netje
beschermen, waarbijeen minimale vrije doorgang van 12cm²
is gewaarborgd. De buis moet korter zijn dan 1 meter en mag
geen bochtenhebben. De buis moet eindigen met een segment
van 90° naar beneden gericht met een windbescherming In ieder
geval helemaal luchtinlaat kanaal moeten worden moet een vrije
doorsnede van minstens 12 cm
het uiteinde van de luchtinvoer met een insectenrooster dat de
nuttige doorsnede van 12 cm
INSTALLATIE
(breng de
2
gewaarborgd worden. Bescherm
2
niet beperkt.
ROOKAFVOER
Het afvoersysteem mag uitsluitend door de thermokachel
gebruikt worden (het is niet toegestaan dat de schoorsteen
tevens voor andere installaties gebruikt wordt).
In Duitsland kan de afvoer gebeuren in meerdere schoorstenen
met expliciete controle van een schoorsteenveger.
Het afvoeren van de rook vindt plaats door een leiding aan de
achterkant met een doorsnede van 8 cm. We raden de installatie
van een T-stuk met een condens verzameldop aan op het begin-
stuk van het verticale deel. De rookafvoer moet met behulp van
geschikte stalen leidingen EN 1856 gecertifi ceerd.
Alle buizen moeten hermetisch afgesloten zijn en, indien no-
dig, geïsoleerd.
Om de verschillende elementen van het buizensysteem her-
metisch af te sluiten, dienen materialen gebruikt te worden
die bestand zijn tegen hoge temperaturen (silicone of mastiek
geschikt voor hoge temperaturen).
Het enige horizontale deel mag tot 2 m lang zijn. Een totaal van
3 bochten met een max. wijdte van 90° is toegestaan.
Het is noodzakelijk (als de afvoer niet in een schoorsteen
uitkomt) een verticaal deel en een windwerend eindstuk te
installeren (referentie UNI 10683).
Het verticale kanaal kan zowel intern als extern zijn. Als het
rookkanaal zich in de buitenlucht bevindt, moet hij op passende
wijze geïsoleerd zijn. Als het rookkanaal in een schoorsteen
uitkomt, moet deze geschikt zijn voor vaste brandstoffen.
Als de doorsnede groter is dan 150 mm, is het noodzakelijk
hem te verkleinen door hier leidingen met een juiste doorsnede
en gemaakt van passende materialen in aan te brengen (bijv.
stalen leidingen met een doorsnede van 80 mm).
De verschillende delen van het rookkanaal moeten geïnspecte-
erd kunnen worden. Wanneer het rookkanaal niet demonteer-
baar is moet deze kijkglazen voor het reinigen hebben.
De thermokachel is ontworpen om te werken bij elke weer-
somstandigheid. In geval van bijzondere omstandigheden,
zoals sterke wind, kan het veiligheidssysteem tussenkomen
wat de thermokachel uitdooft. Laat in dergelijke gevallen het
apparaat nooit met gedeactiveerde beveiligingen functioneren.
Neem contact op met uw Dealer als het probleem aanhoudt.
TYPISCHE GEVALLEN
Afb. 1
A:
geïsoleerde stalen schoorsteen
B:
minimum hoogte 1,5 m, en alleszins voorbij de dakrand
C-E: externe luchttoevoer (doorgang minimaal 80 cm²)
D:
stalen rookkanaal in een bestaande gemetselde schoorsteen.
SCHOORSTEENPOT
De fundamentele eigenschappen zijn:
- interne doorsnede aan de onderkant gelijk aan de doorsnede
van de schoorsteen
- doorsnede van de afvoer minstens tweemaal zo groot als de
doorsnede van de schoorsteen
- bovenop het dak in de wind geplaatst buiten het bereik van
refl uxzones.
- 114
- 114
-
-
Afb. 2