3
12
1
10
Bestudeer voor uw eigen bescherming en voor de veiligheid van degenen om u heen a.u.b. de onderstaande informatie m.b.t. de
veiligheid totdat u alles volledig begrepen heeft. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener ervoor te zorgen dat hij/zij precies weet
hoe er veilig met dit materieel gewerkt kan worden. Als u er niet zeker van bent hoe u de 'TDX'-wals op veilige en juiste wijze gebruikt,
ga dan naar uw uitvoerder of win advies in bij de Belle Groep.
VOORZICHTIG
Deze machine mag uitsluitend gebruikt worden voor het doel waarvoor die bestemd is.
Deze machine mag uitsluitend door geoefend personeel bediend worden.
De eigenaar van deze machine moet de in het land van toepassing geldende Regeling m.b.t. de Arbeidsveiligheid in acht nemen,
en de gebruiker van de machine onderrichten in het naleven daarvan.
Gebruik een voor het doel geschikt hijswerktuig om de machine op te hijsen.
Met deze machine moet op een ondergrond gewerkt worden waar stabiliteit gewaarborgd is. Wanneer u nabij de rand van
uitgegraven sleuven werkt, gebruik de machine dan zo dat de sleuven niet instorten of dat de machine er niet invalt.
Indien het te verdichten oppervlak op een helling ligt, moet u zeer voorzichtig te werk gaan wat betreft de rijrichting van de machine.
Ga altijd recht een helling op en af, niet dwars eroverheen.
Zet het werkgebied af en houd toeschouwers en voorbijgangers en onbevoegd personeel op een veilige afstand.
De bediener is verplicht telkens persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) te dragen wanneer hij/zij deze machine gebruikt (zie
Gezondheid & Veiligheid).
Zorg dat u weet hoe u deze machine op veilige wijze kunt uitschakelen voordat u die inschakelt, voor het geval dat u in
moeilijkheden mocht raken.
Zet de motor altijd af voordat u er onderhoud aan gaat verrichten.
Tijdens gebruik kan de motor erg heet worden, laat de motor eerst afkoelen voordat u die aanraakt.
Laat de motor nooit lopen en laat de machine nooit onbeheerd achter.
Verwijder nooit, en verander nooit iets aan, beschermpanelen, ze zitten er voor uw bescherming. Controleer altijd of
beschermpanelen in goede staat verkeren en goed bevestigd zijn. Indien welke ervan ook beschadigd zijn of ontbreken, GA DAN
PAS WEER MET DE MACHINE WERKEN wanneer het beschermpaneel is teruggeplaatst of gerepareerd.
Werk niet met de machine wanneer u ziek bent, u zich moe voelt, of wanneer u onder invloed van alcohol of drugs verkeert.
Deze machine is zo ontworpen dat de mogelijke risico's die uit het gebruik ervan voortvloeien, tot een minimum beperkt worden.
Toch blijven er WEL degelijk risico's aan verbonden, maar deze restrisico's zijn niet duidelijk herkenbaar, en kunnen persoonlijk
letsel of schade aan goederen, en mogelijk zelfs de dood, tot gevolg hebben. Indien zulke onvoorspelbare en onherkenbare
risico's aan het licht komen, moet de machine onmiddellijk stilgezet worden, en moet de bediener of de uitvoerder passende
maatregelen nemen om dergelijke risico's te elimineren. Soms is het noodzakelijk de fabrikant op de hoogte brengen van zo'n
voorval zodat deze met het oog op de toekomst tegenmaatregelen kan nemen.
Veilige omgang met brandstof
VOORZICHTIG
Zet de motor af en laat die afkoelen voordat u brandstof gaat tanken.
Rook NIET tijdens het tanken en laat ook geen open vuur in de directe omgeving toe.
Gebruik bij het tanken een geschikte trechter, en zorg dat u niet op de motor morst.
Gemorste brandstof dient onmiddellijk ongevaarlijk gemaakt te worden, m.b.v. zand. Indien u brandstof op uw kleren gemorst
hebt, trek dan andere kleren aan.
Bewaar brandstof in een goedgekeurd, voor dit doel gemaakt vat, uit de buurt van warmte- en ontstekingsbronnen.
Machinebeschrivjing
4
8
2
1 1 1 1
10
11
Algemene veiligheid
Onoordeelkundig onderhoud kan gevaarlijk zijn. Lees deze sectie door en ga pas onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden verrichten als u alles goed begrepen heeft.
Brandstof is licht ontvlambaar. Dit kan leiden tot letsel en schade aan goederen. Zet de motor
uit, doof alle open vlammen en rook niet tijdens het tanken van brandstof. Veeg eventueel
gemorste brandstof altijd op.
5
7
6
9
13
70
1. Hydraulische-olietank.
2. Hijsoog
3. Motorkap
4. Waterreservoir.
5. Vooruit/achteruit-hendel.
6. Trilhendel.
7. Veiligheidshendel voor achteruitbeweging.
8. Gashendel.
9. Waterniveau peil
10. Schraapstang
11. Sjorpunten
12. Uitlaat
13. Parkeerrem