aansluitingen niet zijn losgeraakt of
defecten vertonen
• Controleer de netspanning
• Zekering doorgebrand = verifieer of
de kabels en de desbetreffende aan-
sluitingen geen defecten vertonen en
vervang de zekering
• De thermische beveiliging van de mo-
nofasige motor is geschakeld = wordt
automatisch hersteld zodra de motor
is afgekoeld
• De schakelaar ter bescherming van de
motor is geschakeld = verifieer of de
kabels en desbetreffende aansluitin-
gen geen defecten vertonen, verifieer
of de pomp niet mechanisch wordt
geblokkeerd, de omwikkeling van de
pomp is beschadigd en moet worden
vervangen
• Elektrische voedingslijn beschadigd =
vervangen
• Pomp mechanisch geblokkeerd =
verricht de reiniging
• Controle-inrichting defect = de druk-
regelaar vervangen
De pomp werkt korte tijd en komt ver-
volgens tot stilstand wegens de ingreep
van de beveiligingen van de motor
• Overmatige stroomopname = con-
troleer de bedrijfsvoorwaarde van de
pomp
• Vreemde voorwerpen blokkeren de hy-
draulica = maak de hydraulica schoon
• De thermische beveiliging van de mo-
nofasige motor is geschakeld = wordt
automatisch hersteld zodra de motor
is afgekoeld, controleer de installatie-
voorwaarden
• iJking thermische beveiliging of on-
geschikte zekeringen = controleer de
beveiligingen met de nominale stroom
van de pomp
• Voedingskabel beschadigd = vervang
het component
• Motor beschadigd = vervang het
component
De pomp start maar geeft geen vloei-
stof af
• De pomp heeft niet aangezogen =
herhaal de aanwijzingen "Aanzuiging
van de pomp"
• De pomp zuigt lucht aan = controleer
het vloeistofpeil, de werking van de
voetklep en de aanzuigleiding
• De voetklep is in de gesloten stand
geblokkeerd = reinig of vervang de
klep
• uitsluitend voor zelfaanzuigende pom-
pen: De vloeistofkolom boven de te-
rugslagklep in de toevoerleiding voor-
komt de zelfaanzuiging van de pomp
= ledig de toevoerleiding. Controleer
of de terugslagklep de vloeistof niet in
de toevoerleiding blokkeert. Herhaal
de inschakelprocedure.
Afwijkende prestaties van de pomp
• leidingen verstopt = controleer de
leidingen
• De pomp heeft niet correct aangezo-
gen = herhaal de aanwijzingen "Aan-
zuiging van de pomp"
• De drukregelaar is te laag geijkt = de
drukregelaar afstellen
• uitsluitend voor zelfaanzuigende
pompen: de inwendige klep is niet
gesloten = sluit een kraan voorzichtig
tot een druk- of stroomtoename kan
worden waargenomen. Open de kraan
voorzichtig tot het vereiste debiet is
bereikt.
Instabiele prestaties van de pomp
• Aanzuigdruk van de pomp te laag of
cavitatie = controleer de voorwaarden
voor de invoer aan de pomp
NEDERLANDS
57