ONDERHOUD VAN DE ACCU
De accu moet altijd schoon en droog worden gehouden. Klemmen
en polen moeten te allen tijde schoon worden gehouden.
Loodzuuraccu: verwijder om de 10 uur de doppen en controleer
het niveau van het elektrolyt, vul indien nodig bij met gedestilleerd
water om de platen te bedekken en vul niet te veel bij (ten hoogste
5 mm boven de platen). Vergeet niet dat de ruimte waar deze
handeling wordt uitgevoerd goed geventileerd moet zijn, dat er
geen open vuur in de buurt mag zijn en dat er niet gerookt mag
worden tijdens deze handeling.
De werkingsduur van de accu moet meer dan 2 uur bedragen; als
deze aanzienlijk korter is, controleer dan het volgende:
•
of de borstels niet geblokkeerd worden door draden, koorden
en banden;
•
of de accu volledig is opgeladen.
Opladen van de accu
De oplaadduur van de accu is afhankelijk van het routineonderhoud
en de mate van ontlading. Laat de acculading niet tot onder de limiet
zakken die door de lampjes in pos. 3 Fig. 3 wordt aangegeven.
Zodra het maximale ontladingsniveau is bereikt, stopt de machine
en moet deze worden opgeladen voordat ze opnieuw kan worden
gebruikt.
Ladinglampje op het machinepaneel
Groen controlelampje: De accu is geladen.
Geel controlelampje: De accu raakt op; laad de accu zo snel
mogelijk op.
Rood controlelampje: De accu is leeg. Gebruik de machine NIET
langer, maar laad haar onmiddellijk op.
Om de accu op te laden:
OPGELET: Accu's geven waterstof af. Houd ze uit
de buurt van vonken en open vuur. Houd tijdens
het opladen het accuvak open.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWING: Vermijd contact met accu-
zuur tijdens onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Draag
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril bij het
hanteren van de accu of de accukabels.
•
Plaats de machine op een goed geventileerde plaats wanneer
zij niet in gebruik is.
•
Wanneer de machine is uitgeschakeld, sluit u de kabel van de
acculader aan (Fig. 5/A.). Controleer of de voor de acculader
beschikbare voedingsspanning.
•
Controleer vóór het opladen of de instellingen van de acculader
correct zijn. De acculader is in de fabriek ingesteld voor gel-/
AGM-accu's. (Zie INSTELLINGEN VAN DE ACCULADER).
•
Als de acculader een probleem ondervindt, zal deze een
foutcode weergeven (zie de bij de machine geleverde
handleiding van de acculader)
•
Tijdens het opladen verandert de kleur van de lampjes van de
acculader van rood naar geel en uiteindelijk naar groen. Aan
het einde van de oplaadcyclus, wanneer het groene lampje
brandt, moet u de oplaadkabel loskoppelen.
OPGELET: Maak de accu nooit los tijdens het opla-
den. Dit kan vonken veroorzaken.
NL
INSTELLINGEN VAN DE ACCULADER
BELANGRIJK: De bijgeleverde acculader is in de fabriek ingesteld
voor gel-/AGM-accu's. Bij loodzuuraccu's moeten de interne
DIP-SWITCH-schakelaars van de acculader opnieuw worden
anders kan de accu beschadigd raken.
De DIP-SWITCH-schakelaars bevinden zich achter het zwarte
SW1
SW2
DP1 DP2 DP1
OFF OFF OFF IUIa Acido generica
OFF OFF
ON IUIa/O Acido generica con mant.
OFF
ON
OFF IUIa Acido "Trojan"
OFF
ON
ON IUUO Gel/AGM Generica
ON
OFF OFF IUIa Gel "Exide Sonnenschin"
ON
OFF
ON IUIa AGM "Discover"
ON
ON
OFF IUIa Gel AGM Reliant AGM "Trojan"
ON
ON
ON IUoU AGM Fullriver
DIP- SWITCH (SW1-SW2)
STORINGEN VAN DE ACCULADER
Gele led knippert
Rode en gele led knipperen:
Rode en groene led branden
Rode led knippert
Rode, gele en groene leds
knipperen elke seconde
Rode, gele en groene leds
knipperen continu
- 8 -
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
SW2
DP2
ON
13A
OFF
10A
DEFAULT
SW1
SW2
DEFAULT
DP1 DP2
DP1 DP2
ON
ON
ON
OFF
OFF
OFF
Fig. 5/B
Accu niet geschikt of accu niet
aangesloten of kortsluiting aan
uitgang.
Accuspanning boven 4V maar
onder 1,4V per cel.
Fout van hoge interne
temperatuur
Veiligheidstimer overschreden.
Interne kortsluiting.
Alle laadparameters zijn
niet geprogrammeerd in de
EEPROM van de acculader.
De parameters van het
geprogrammeerd in deE
EEPROM van de acculader of
ON
ON
OFF