4.7 Inbouwpositie
Zuigeraccumulatoren kunnen in enige stand
worden ingebouwd. Voor veel
positieaanduidingssystemen is echter een
verticale stand vereist waarbij het gasventiel naar
boven wijst.
De aanduidingen op de accumulator of het type-
cq. gegevensplaatje moeten onafhankelijk van de
inbouwpositie toegankelijk en leesbaar zijn.
Boven de gasvulaansluiting moet een ruimte van
ca. 150 mm x 150 mm vrij worden gehouden voor
het gebruik van het vulapparaat.
4.8 Aarding
De zuigeraccumulator moet geaard worden
aangesloten.
4.9 Bevestiging
De bevestiging van de zuigeraccumulator moet zo
worden gekozen, dat deze bestand is tegen de bij
het bedrijf optredende trillingen of een eventuele
breuk in de aansluitleidingen. Daarnaast mogen
de bevestigingselementen geen spanningen van
enige vorm op de zuigeraccumulator uitoefenen.
Geschikte beugels en consoles kunnen worden
ontnomen aan het prospectusdeel:
"Bevestigingselementen voor hydraulische
accumulatoren"
nr. 3.502
4.10
Algemeen
Verdere technische details kunnen worden
ontnomen aan de volgende prospectusdelen:
"Hydraulische zuigeraccumulatoren -
standaarduitvoering"
nr. 3.301
"Hydraulische zuigeraccumulatoren -
serie SK280"
nr. 3.303
"Hydraulische zuigeraccumulatoren -
hogedrukuitvoering"
nr. 3.302
5. Onderhoud
5.1 Essentiële
onderhoudsvoorschriften
Voor een lang en storingsvrij bedrijf van de
hydraulische accumulator moeten de volgende
onderhoudswerkzaamheden met regelmatige
intervallen worden uitgevoerd:
– Voorvuldruk (p
) van de hydraulische
0
accumulator controleren
– Aansluitingen controleren op goede
bevestiging en lekkages
– Toestand van armaturen en
beveiligingsinrichtingen controleren
– Bevestigingselementen controleren
– Bij continu en intensief gebruik moet
eventueel na enkele maanden de gaszijde
van de accumulator op uittreding van olie
worden gecontroleerd
LET OP
De geldende nationale reglementen m.b.t.
periodieke herkeuring moeten in acht worden
genomen.
5.2 Controle-intervallen voor de
voorvuldruk
Het wordt aanbevolen, de volgende controle-
intervallen aan te houden:
– na iedere inbouw
– een week na inbouw
– acht weken na inbouw
Is geen merkbaar gasverlies opgetreden, dan
kunnen de verdere controles jaarlijks worden
uitgevoerd een maal per jaar worden
uitgevoerd.
LET OP
In geval van continu gebruik bij hoge
bedrijfstemperaturen zijn kortere controle-
intervallen vereist.
De nominale waarden van de voorvuldruk (p
hebben betrekking op een vultemperatuur
van 20 °C.
NL
)
0
63