Het zuigrubber reinigt of zuigt niet goed.
De accu garandeert niet de normale
werktijd.
Thermische fout borstel.
Fout
overstroom/kortsluiting
borstel.
Fout
overstroom/kortsluiting
oplossingpomp.
Fout
overstroom/kortsluiting
zuigcircuit.
Fout overmatige accuspanning.
[B-C] De rand van de rubberen strippen
die contact met de vloer maakt is
afgesleten.
[B-C] De vlotter is geactiveerd
(vuilwatertank vol).
[B-C] Er zit een verstopping in de
zuigslang van het zuigrubber.
[B-C] De zuigslang is niet aangesloten
op het zuigrubber of is beschadigd.
[B-C] Variabele inlaatklep vuil.
[B] De acculader werkt niet.
ALARMEN
Rode led borstelknop, 1 maal langzaam
knipperen.
Rode
led
borstelknop,
knipperen.
Rode
led
borstelknop,
knipperen.
Rode led zuigunitknop, 1 maal snel
knipperen.
Groene led controle acculading knippert.
NL
[B-C] Vervang de rubberen strip.
[B-C] Ledig de vuilwatertank.
[B-C] Verwijder de verstopping uit de
slang.
[B-C] Sluit de slang aan of repareer
hem.
[B-C] Reinig de variabele inlaatklep.
[B] Vervang de acculader.
Schakel alle machinefuncties uit.
Verwijder de vuilwatertank om de motorruimte
beter te ventileren.
Wacht een paar minuten en start de machine
opnieuw.
Als het probleem aanhoudt, neem dan contact
op met de service.
1
maal
snel
Schakel alle machinefuncties uit.
Start de machine opnieuw op.
Als de fout zich opnieuw voordoet, controleer
dan of de borstel niet op een zeer ruwe vloer
werkt.
Als het probleem aanhoudt, neem dan contact
op met de service.
2
maal
snel
Schakel alle machinefuncties uit.
Start de machine opnieuw op.
Als het probleem aanhoudt, neem dan contact
op met de service.
Schakel alle machinefuncties uit.
Start de machine opnieuw op.
Als het probleem aanhoudt, neem dan contact
op met de service.
Controleer de toestand van de acculader en
het gebruik van de meegeleverde acculader.
26