6.
Gebruik geen versleten verstevigde schijven die
bestemd zijn voor grotere gereedschappen.
Schijven die zijn bedoeld voor grotere elektrische
gereedschappen zijn niet geschikt voor de hogere
snelheid van kleiner elektrisch gereedschap en kun-
nen in stukken breken.
7.
De buitendiameter en de dikte van het acces-
soire moet binnen het capaciteitsbereik van het
elektrisch gereedschap vallen. Accessoires met
verkeerde afmetingen kunnen niet afdoende worden
afgeschermd of beheerst.
8.
De asdiameter van schijven en flenzen moet
goed passen rond de as van het elektrisch
gereedschap. Schijven en flenzen met een asdia-
meter die niet overeenkomt met de aanpasvlakken
van het elektrisch gereedschap zullen niet in even-
wicht draaien, buitensporig trillen en kunnen leiden
tot verlies van controle over het gereedschap.
9.
Gebruik geen beschadigde schijven. Inspecteer
vóór elk gebruik de slijpschijven op schilfers of
barsten. Als het elektrisch gereedschap of een
slijpschijf is gevallen, inspecteert u het op
schade of monteert u een onbeschadigde slijp-
schijf. Na het inspecteren en aanbrengen van de
slijpschijf zorgt u ervoor dat u en omstanders
niet in het draaiingsvlak van de slijpschijf staan,
en laat u het elektrisch gereedschap draaien op
het maximaal onbelast toerental gedurende één
minuut. Beschadigde slijpschijven breken normaal
gesproken in stukken tijdens dit proefdraaien.
10. Gebruik
persoonlijke-veiligheidsmiddelen.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u een
gezichtsscherm, een beschermende bril of een
veiligheidsbril. Al naar gelang van toepassing
draagt u een stofmasker, gehoorbeschermers,
handschoenen en een werkschort die in staat
zijn kleine stukjes slijpsel of werkstukfragmen-
ten te weerstaan. De oogbescherming moet in
staat zijn rondvliegend afval te stoppen dat ontstaat
bij de diverse werkzaamheden. Het stofmasker of
ademhalingsapparaat moet in staat zijn deeltjes te
filteren die ontstaat bij de werkzaamheden. Langdu-
rige blootstelling aan zeer intens geluid kan leiden
tot gehoorbeschadiging.
11. Houd omstanders op veilige afstand van uw
werkterrein.
Iedereen
betreedt, moet beschermende kleding dragen. Er
zouden splinters van uw slijpschijf kunnen rondvlie-
gen en verwondingen kunnen veroorzaken, ook bui-
ten uw onmiddellijke werkomgeving.
12. Houd het elektrisch gereedschap enkel aan de
geïsoleerde handgrepen vast, wanneer u werkt
op plaatsen waar het snijwerktuig met verborgen
bedrading of met zijn eigen snoer in aanraking
kan komen. Als een draad die onder stroom staat
wordt beschadigd, kunnen de metalen delen van het
gereedschap ook onder stroom komen te staan en
kunt u een gevaarlijke elektrische schok krijgen.
13. Zorg dat het snoer uit de buurt blijft van het
draaiend werktuig. Als u de controle over het
gereedschap verliest, kan het snoer worden doorge-
sneden of bekneld raken en kan uw hand of arm
tegen het ronddraaiende werktuig worden aange-
trokken.
26
die
uw
werkterrein
14. Leg het elektrisch gereedschap altijd pas neer
nadat het snijwerktuig volledig tot stilstand is
gekomen. Anders kan de draaiende schijf het
oppervlak aangrijpen en het gereedschap uit uw
greep los rukken.
15. Laat het elektrisch gereedschap niet draaien ter-
wijl u het naast u draagt. Als het ronddraaiende
accessoire u per ongeluk raakt, kan het verstrikt
raken in uw kleding waardoor het accessoire in uw
lichaam wordt getrokken.
16. Maak de ventilatieopeningen van het gereed-
schap regelmatig schoon. De ventilator van de
motor zal het stof de behuizing in trekken, en een
grote opeenhoping van metaalslijpsel kan leiden tot
elektrisch gevaarlijke situaties.
17. Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
buurt van brandbare materialen. Vonken kunnen
deze materialen doen ontvlammen.
18. Gebruik geen accessoires die met vloeistof
moeten worden gekoeld. Het gebruik van water of
andere vloeibare koelmiddelen kan leiden tot
elektrocutie of elektrische schokken.
Terugslag en aanverwante waarschuwingen:
Terugslag is een plotselinge heftige reactie op een
beknelde of vastgelopen draaischijf. Het knel raken of
vastlopen veroorzaakt een snelle stilstand van de
draaiende schijf, wat op zijn beurt ertoe leidt dat het elek-
trisch gereedschap zich ongecontroleerd beweegt in de
richting tegengesteld aan de draairichting van de schijf
op het moment van vastlopen.
Bijvoorbeeld, als een slijpschijf bekneld raakt of vastloopt
in het werkstuk, kan de rand van de schijf die het beknel-
lingspunt ingaat, zich invreten in het oppervlak van het
materiaal waardoor de schijf eruit klimt of eruit slaat. De
schijf kan daarbij naar de gebruiker toe of weg springen,
afhankelijk van de draairichting van de schijf op het
beknellingspunt. Slijpschijven kunnen in dergelijke situa-
ties ook breken.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van het elektrisch
gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of -
omstandigheden, en kan worden voorkomen door goede
voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder ver-
meld.
a) Houd het gereedschap stevig vast en houd
uw armen en lichaam zodanig dat u in staat
bent een terugslag op te vangen. Gebruik
altijd de extra handgreep (indien aanwezig)
voor een maximale controle over het gereed-
schap in geval van terugslag en de koppel-
reactiekrachten bij het starten. De gebruiker
kan een terugslag of de koppelreactiekrachten
opvangen indien de juiste voorzorgsmaatregelen
worden getroffen.
b) Plaats uw hand nooit in de buurt van het
draaiende accessoire. Het accessoire kan
terugslaan over uw hand.
c) Zorg dat uw lichaam buiten het rotatievlak
van de draaiende slijpschijf blijft. Een terug-
slag zal het gereedschap bewegen in de tegen-
overgestelde richting van de draairichting van de
schijf op het moment van beknellen.