OPMERKING
►
Controleer vóór ieder gebruik de soe-
pele beweging van het veiligheidsventiel
door van onderen tegen het ventiel aan te
drukken. Het ventiel moet soepel omhoog
geschoven kunnen worden en na het los-
laten weer terugkeren in de onderste stand
(zie afb. G2 en G3). Ook de pen in het
midden van het veiligheidsventiel moet in
schone toestand omhoog kunnen worden
geduwd.
Koken met de snelkookpan
Op juiste vulhoeveelheid letten
Minimum vulhoeveelheid: Voor het gene-
reren van stoom is een minimum vulhoe-
veelheid van ca.1/4 l nodig.
Maximum vulhoeveelheid: De snelkook-
pan mag maximaal tot 2/3 van zijn totale
inhoud worden gevuld. Dat is ca. 2 l.
OPMERKING
►
Als u voedingsmiddelen kookt die op-
schuimen of bij het koken opzwellen (bijv.
rijst, peulvruchten), mag de snelkookpan
slechts tot de helft van zijn totale inhoud
worden gevuld (ca. 1,5 l).
regelventiel instellen
(zie afbeelding D)
Het regelventiel (9) kan in 3 standen wor-
den gezet
Stand
Gebruik
l
voor gaarstomen
(80 kPa)
Ø
Om het regelventiel te verwijde-
ren voor reiniging
Om snel stoom af te laten,
zodat het deksel kan worden
geopend
OPMERKING
►
Controleer vóór ieder gebruik de
werking van het regelventiel. Daartoe de
ventielknop proefsgewijs indrukken en
deze gelijktijdig in elke stand en weer
terug draaien. Het regelventiel veert in de
verschillende standen omhoog, zodra het
wordt losgelaten.
Tip voor
energiebesparend koken
Stoom groenten en aardappelen gaar
met een minimum hoeveelheid water, om
energie te besparen.
Stem de maat van de pannen af op de
grootte van de kookplaat. De snelkookpan
dient niet kleiner te zijn dan de kookplaat,
omdat u anders meer energie verbruikt dan
noodzakelijk.
Schakel de kookhaard op tijd om naar
een kleinere kookstand, zodra het garen
begint.
Gebruik de restwarmte van de kookplaat
voor gratis nagaren en schakel de plaat en-
kele minuten vóór het einde van de gaartijd
uit.
Voorbereidingen
1. Doe de ingrediënten in de snelkookpan.
Let op de minimum en maximum vulhoe-
veelheid (zie hoofdstuk
Op juiste vulhoeveelheid letten, p. 37)
2. Controleer de juiste plaatsing van de af-
dichtring, zoals beschreven in het hoofdstuk
Afdichtring aanbrengen (p. 36) .
3. Sluit het deksel van de snelkookpan,
zoals beschreven in het hoofdstuk Deksel
opzetten en pan sluiten (p. 36).
4. Zet de snelkookpan op
de kookplaat en schakel deze in de hoogste
stand.
NL 37