4. Bevestig de windmeter/regenmeter en de montageschoen aan de montagebuis met de bevesti-
gingsschroeven door de boorgaten.
5. Bevestig de montageschoen aan een horizontaal en verticaal uitgelijnde paal of een muur met het
meegeleverde bevestigingsmateriaal op een hoogte van minstens 2 meter.
6. Verwijder het deksel van het batterijvak van de thermo-hygrosensor.
7. Steek de modulaire stekker aan het andere uiteinde van de kabel in de modulaire bus van de ther-
mo-hygrosensor.
VOORZICHTIG Voor het plaatsen of verwijderen van de modulaire stekker moet de vergrende-
lingshendel naar beneden worden gedrukt!
8. Monteer de thermo-hygrosensor onder de windmeter/regenmeter.
12 Automatische tijdinstelling
Nadat de stroomtoevoer tot stand is gebracht, zal de klok automatisch naar het radiosignaal zoeken.
De klok zoekt automatisch naar het radiosignaal.
Als het radiosignaal correct wordt ontvangen, worden de datum en tijd automatisch ingesteld en gaat
het pictogram van het radiosignaal aan.
Als de klok het tijdsignaal niet ontvangt, wordt het tijdsignaal weergegeven, ga dan verder met de vol-
gende stappen:
1. Druk gedurende ca. 2 seconden op de knop DOWN/RAIN HISTORY en de knop UP/RCC/ALARM
om het radiosignaal opnieuw te ontvangen.
2. Als het apparaat het signaal nog steeds niet ontvangt, moet de tijd handmatig worden ingesteld.
Lees de gedetailleerde handleiding voor meer informatie over de handmatige tijdsinstellingen (zie
downloadinformatie op pagina 2).
13 Handmatige tijdinstelling en andere door de
gebruiker gedefinieerde instellingen
1. Druk in de normale weergavemodus gedurende ca. 3 seconden op de MODE/SET-knop om over
te schakelen naar de instellingsmodus.
2. De in te stellen cijfers knipperen.
3. Druk op de knop DOWN/RAIN HISTORY of de knop UP/RCC/ALARM om de waarde te wijzigen.
4. Druk op de MODE/SET-knop om de instelling te bevestigen en naar de volgende instelling te
gaan.
5. Volgorde van de instellingen: 12/24 uur modus > RCC aan/uit > tijdzone (-12 tot +12 uur) > uren >
minuten > minuten > seconden > seconden > jaar > maand > dag > taal > temperatuureenheid >
barometerdrukeenheid > windsnelheidseenheid > neerslagseenheid > windrichting > windrichting
6. Druk tenslotte op de SET-knop om de instellingen op te slaan en de instelmodus te verlaten.
14 Instellen van de windrichting
Om de windrichting in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Houd de "MODE/SET"-knop 3 seconden ingedrukt om de instelmodus te openen.
2. Druk herhaaldelijk op de MODE/SET-knop tot u aan het einde bij de instelling van de windrichting
komt (alle richtingen knipperen).
3. Lijn de windvaan uit met de windturbine in noordelijke richting (tip punten noordelijk).
4. Druk op de toets UP/RCC/ALARM-knop of DOWN/RAIN HISTORY-knop om de windrichtingaan-
wijzer op het display in te stellen op Noord.
5. Druk op de MODE/SET-knop om de instelling te bevestigen.
56 / 80