• Gebruik de zaag niet voor het zagen van brand-
hout.
• De machine is voorzien van een veiligheidsscha-
kelaar tegen herinschakelen van de machine na
spanningsuitval.
• Controleer voor ingebruikname of de spanning op
het typebordje van het apparaat overeenkomt met
de netspanning.
• Kabeltrommel alleen in afgerolde toestand gebrui-
ken.
• De personen die aan of met de machine werken,
mogen niet worden afgeleid.
• Neem de draairichting van de motor- en zaagband
in acht
• De veiligheidsinrichtingen van de machine mogen
niet worden gedemonteerd of onbruikbaar worden
gemaakt.
• Zaag geen werkstukken die te klein zijn, zodat u
ze goed in uw hand kunt houden.
• Verwijder nooit losse houtsplinters, spaanders of
vastzittende houtstukken als de zaagband draait.
• De van toepassing zijnde ongevallenpreventie-
voorschriften alsook de overige algemene erken-
de veiligheidstechnische voorschriften moeten in
acht worden genomen.
• Notitieboekje van de industriële bedrijfsvereniging
in acht nemen (VBG 7)
• Stel de verstelbare veiligheidsinrichtingen dusda-
nig in dat deze zo dicht mogelijk tegen het werk-
stuk liggen.
• Let op! Lange werkstukken moeten worden onder-
steund om te voorkomen dat ze na het zagen van
de tafel vallen. (bijv. met een rolstaander enz.)
• De zaagbandbeveiliging (4) moet tijdens het trans-
port van de zaag in de onderste positie staan.
• Veiligheidsafdekkingen mogen niet worden ge-
bruikt voor het transporteren of ondeskundig ge-
bruik van de machine.
• Vervormde of beschadigde zaagbanden mogen
niet gebruikt worden.
• Versleten tafelinzet moet worden vervangen.
• Nooit de machine in bedrijf zetten als de bevei-
ligingsklep van de zaagband resp. de losgekop-
pelde veiligheidsinrichting is geopend.
• Let op dat de keuze van het zaagband en de snel-
heid voor de te zagen grondstof geschikt is.
• Nooit de zaagband reinigen als deze nog niet tot
stilstand is gekomen.
• Bij rechte zaagsnedes van kleine werkstukken te-
gen de parallelaanslag moet een schuifstok wor-
den gebruikt.
• Draag bij het werken met de zaagband en ruwe
grondstoffen handschoenen!
• Tijdens het transport moet de zaagband-veilig-
heidsinrichting zich in de onderstand stand en na-
bij de tafel bevinden.
• Bij schuine zaagsnedes met een schuine tafel
moet de parallel geleiding worden aangepast aan
het onderste deel van de tafel.
• Losgekoppelde veiligheidsinrichtingen nooit ge-
bruiken voor het heffen of transporteren.
• Let op dat de zaagband-veiligheidsinrichtingen
worden gebruikt en juist zijn ingesteld.
• Zorg dat uw handen altijd op voldoende veilige af-
stand tot de zaagband worden gehouden. Gebruik
een schuifstok voor smalle zaagsnedes.
• Plaats de schuifstok op de hiervoor aangebrachte
86
NL
houder op de machine, zodat u deze vanuit uw
standaard werkpositie kunt bereiken en altijd bin-
nen handbereik hebt.
• In de standaard werkpositie bevindt zich de ope-
rator vóór de machine.
WAARSCHUWING! Dit elektrisch apparaat gene-
reert een elektromagnetisch veld als het is ingescha-
keld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden
interfereren met actieve of passieve medische im-
plantaten. Om het risico op ernstig of dodelijk letsel
te beperken, raden we personen met medische im-
plantaten aan om hun arts en de fabrikant van het
medische implantaat te raadplegen voordat de ma-
chine wordt gebruikt.
6. Technische gegevens
Wisselstroommotor
Vermogen
Toerental n
0
Zaagbandlengte
Zaagbandbreedte
Zaagbandbreedte max
Snijsnelheid
Doorvoerhoogte
Doorvoerbreedte
Tafelgrootte
Zwenkbereik van de tafel
Werkstukgrootte max.
Gewicht
Technische wijzigingen voorbehouden!
Het werkstuk moet minimaal een hoogte van 3 mm
en een breedte van 10 mm hebben.
Het geluid van deze zaag is bepaald conform EN
61029.
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
WA
Draag een gehoorbescherming!
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
Beperk de geluidsproductie en trillingen tot een
minimum!
• Gebruik uitsluitend goed functionerende apparaten.
• Onderhoud en reinig het apparaat regelmatig.
• Pas uw werkwijze aan het apparaat aan.
• Zorg dat het apparaat niet overbelast raakt.
• Laat het apparaat eventueel controleren.
• Schakel het apparaat uit als deze niet in bedrijf is.
230 - 240 V ~ 50 Hz
300W
1400 min
-1
1490 mm
3,5-12 mm
12 mm
880 m/min
0 - 100 mm
195 mm
313 x 302 x 25 mm
0° - 45°
400 x 400 x 80 mm
18 kg
86,0 dB(A)
3 dB
74,8 dB(A)
3 dB