84
nederlands
3. Toepassing
De Biral circulatiepompen van de serie
A 402 V2, A 402-1 V2, A 501 V2, A 502 V2, A 651 V2, A 651-1 V2
A 652 V2, A 801 V2
AW 402-1 V2
AD 402-1 V2, AD 501 V2, AD 502 V2, AD 651 V2, AD 652 V2
worden gebruikt voor het verpompen van vloeistoffen
in gesloten circulatiesystemen
− in verwarmingsinstallaties: serie A...
− in drinkwaterinstallaties: serie AW...
Zij kunnen ook in drinkwaterinstallaties ingezet worden.
De pompen zijn geschikt voor gebruik in installaties met
– Variabele capaciteit (in geregeld bedrijf)
– Constante capaciteit
(met optimale instelmogelijkheid van het bedrijfspunt)
3.1 Eisen aan het te verpompen medium
− schoon, dunvloeibaar, niet explosieve vloeistof
− geen vaste of langdradige bestanddelen
of mengsels met minerale olie
Extra eisen voor verwarmingsinstallaties
en koel-, klimaat- en koude-installaties:
− verwarmingswater met de gebruikelijke waterkwaliteit
(bijv. VDI 2035)
− water/glycol mengsels met max. 50% glycolaandeel.
Extra eisen aan drinkwaterinstallaties:
− Toelaatbare waterhardheid: max. 35 °fH (20 °dH)
3.2 Bedrijfstemperatuur/Bedrijfsdruk
Toelaatbare mediumtemperatuur:
− Serie A...
(verwarmingsinstallaties)
Standaarduitvoering:
Separate montage:
− Serie AW...
(drinkwaterinstallaties)
Toelaatbare bedrijfsdruk:
Omgevingstemperatuur:
Verdere gegevens zie hoofdstuk 11
De pomp mag niet voor het verpompen
van brandgevaarlijke vloeistoffen zoals
bijv. dieselolie en benzine toegepast
worden.
(watertemperatuur beneden 65 °C)
max. 25 °fH (14 °dH)
(watertemperatuur beneden 85 °C)
+15 °C tot 95 °C
+15 °C tot 110 °C
+15 °C tot 85 °C
max. 16 bar
max. 40 °C