5.2.3 Correcte inrichting van de
werkomgeving
a) Zorg voor een goede ventilatie van
de
werkruimte.
werkruimtes
kunnen
stofbelasting
schadelijk
gezondheid.
b) Houd de werkomgeving vrij van voorwer-
pen waaraan u zich kunt verwonden. On-
geordendheid in uw werkgebied kan leiden
tot ongevallen.
c) Zorg ervoor dat andere personen het ap-
paraat of het verlengsnoer niet aanraken.
d) Leidt het net- en het verlengsnoer en
de stofzuigerslang tijdens het werk altijd
naar achteren van het apparaat weg. Dit
vermindert het risico om tijdens de werk-
zaamheden te vallen.
e) Ruim na de werkzaamheden het net-
snoer, eventuele verlengsnoeren en de
stofzuigerslang altijd op. Dit vermindert
de kans op struikelen.
f) Verplaats het apparaat niet met een
kraan.
g) Kinderen moeten duidelijk worden ge-
maakt dat het apparaat geen speelgoed
is.
h) Het apparaat is niet bestemd om ge-
bruikt te worden door personen (inclu-
sief kinderen) met beperkte lichamelijke
gesteldheid, beperkte sensoriek of be-
perkte geestelijke vermogens of perso-
nen (inclusief kinderen) zonder ervaring
en/of kennis, behalve als ze onder toe-
zicht staan van een voor de veiligheid
verantwoordelijk persoon of van deze
persoon aanwijzingen krijgen hoe het ap-
paraat te gebruiken.
5.2.4 Gebruik en onderhoud
a) Laat het apparaat nooit onbeheerd ach-
ter.
b) Het apparaat moet tegen vorst worden
beschermd.
c) Bij M-klasse stofzuigers moet de inlaat-
aansluiting tijdens het vervoeren en het
Slecht
geventileerde
als
gevolg
van
zijn
voor
de
niet gebruiken van het apparaat met de
afdekking worden afgesloten.
d) Controleer of het filter correct gemon-
teerd is. Controleer of het filter onbe-
schadigd is.
e) Rijd de stofzuiger niet over de stroomka-
bel.
f) De
waterniveaubegrenzingsinrichting
moet overeenkomstig de aanwijzingen
regelmatig met een borstel worden
gereinigd en op beschadigingen worden
gecontroleerd.
g) Laad accu's alleen op in laadapparaten
die door de fabrikant worden geadvi-
seerd. Voor een laadapparaat dat voor een
bepaald type accu-pack geschikt is, be-
staat het risico van brand wanneer deze
met andere accu's wordt gebruikt.
h) Voorkom
aanraking
gebruikte accu met paperclips, munten,
sleutels,
spijkers,
andere kleine metalen voorwerpen die
overbrugging van de contacten kunnen
veroorzaken.
Kortsluiting
accucontacten kan brandwonden of brand
tot gevolg hebben.
i) Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit
de accu lekken. Voorkom contact hier-
mee. Bij onvoorzien contact met water
afspoelen. Wanneer de vloeistof in de
ogen komt, dient u bovendien een arts te
raadplegen. Gelekte accuvloeistof kan tot
huidirritaties en verbrandingen leiden.
j) Stel de accu-packs niet bloot aan hoge
temperaturen of aan vuur. Er is sprake van
explosiegevaar.
k) De accupacks mogen niet uit elkaar ge-
nomen, ineengedrukt, tot boven de 80
°C worden verhit of verbrand. Anders be-
staat er gevaar voor vuur, verbranding door
bijtend zuur en explosie.
l) Voorkom dat er vocht binnendringt. Bin-
nengedrongen vocht kan kortsluiting ver-
oorzaken en brandwonden of brand tot ge-
volg hebben.
m) Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat
goedgekeurde accu-packs. Bij het ge-
bruik van andere accu-packs of het gebruik
van accu-packs voor andere doeleinden is
nl
van
de
niet-
schroeven
en
tussen
de
161