5.3.2
Kamerthermostaat aan/uit
1.
Sluit de kamerthermostaat aan. Zie § 5.3.1.
2.
Stel de terugkoppelweerstand van de kamerthermostaat in op 0,1 A . Meet bij
twijfel de stroom en stel deze overeenkomstig in. De maximale weerstand van
de thermostaatleiding en de kamerthermostaat bedraagt totaal 15 Ohm.
5.3.3
Klokthermostaat
Voor de voeding van een 24V= klokthermostaat is 3 VA beschikbaar.
Sluit de klokthermostaat aan. Zie § 5.3.1
5.3.4
Buitentemperatuurvoeler
Het toestel is voorzien van een aansluiting voor een buitentemperatuurvoeler. De
buitentemperatuurvoeler kan in combinatie met een aan/uit kamerthermostaat of een
OpenTherm* thermostaat toegepast worden.
Sluit de buitentemperatuurvoeler aan. Zie § 5.3.1.
Voor de stooklijninstelling, zie Weersafhankelijke regeling. Zie §7.7 Blz:. 38
* Bij OpenTherm bepaald de thermostaat de stooklijn. Het toestel geeft alleen de
buitentemperatuur door.
5.3.5
Modulerende thermostaat
Het toestel is geschikt voor het aansluiten van een modulerende thermostaat, volgens
het OpenTherm communicatie protocol.
De belangrijkste functie van de modulerende thermostaat is het berekenen van de
aanvoertemperatuur bij een gewenste kamertemperatuur, om een optimaal gebruik te
maken van het moduleren. Bij elke warmtevraag wordt op het display van het toestel
de gewenste aanvoer temperatuur aangegeven.
VOORZICHTIG
Voor het aansluiten van de Open Therm- modulerende
thermostaat dient het toestel spanningsloos gemaakt te
worden.
Sluit de modulerende thermostaat aan. Zie § 5.3.1.
Indien men gebruik wil maken van de tapwater aan/uit schakel functie van de
OpenTherm thermostaat dient doorverbinder 4-5 op X4 verwijdert te worden en de
tapwatercomfort functie op eco of aan ingesteld te worden. Zie § 5.3.1.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de thermostaat.
5.4
Gas aansluiten
1.
Breng een gaskraan (A) aan tussen de gasleiding en het toestel.
2.
Monteer de koppeling van de gaskraan bij voorkeur direct in de 1/2" aansluiting.
3.
Plaats een gaszeef in de aansluiting voor het toestel als het gas vervuild kan
zijn.
4.
Sluit het toestel aan op de gasleiding.
Controleer de gasvoerende delen op lekkage op een druk van maximaal 500 mmwk.
ACV International
18