EVO
NETWERKEN EN VERBINDINGEN
AANSLUITING OP HET MONITORINGSYSTEEM
(ERGO OPLOSSING)
Via de seriële poort RS485 kan men EVO besturingen
(tot 247) op een beheersoftware aansluiten die de standaard
MODBUS RTU als communicatieprotocol gebruikt met de
volgende eigenschappen:
instelbare baudrate (default: 9600)
geen pariteit
8 databits
1 stopbit
Binnen een monitoring netwerk gedraagt iedere EVO
bessturing zich als een SLAVE nei ten opzichte van het
gecentraliseerde beheersysteem dat de MASTER van het
netwerk vormt (figuur 01).
Wanneer de bekabeling van het netwerk is uitgevoerd, moet
iedere EVO besturing worden geconfigureerd. Druk op de
toets PRG om het MENU te openen en open daarna het
submenu "Netwerken en verbindingen" (password = 20).
Stel de SETUP RS485 parameters als volgt in:
MST/SLV = "Slave via SPV"
Protocol = "Modbus"
Serieel adres = een waarde van 1 tot 255 instellen
Snelheid = instellen op basis van de vereisten van de
Master
laat de parameters SET-UP OC (MST/SLV = geen)
ongewijzigd.
Lees het document "RICHTLIJNEN VOOR
HET RS485 NETWERK" , beschikbaar in de
downloadzone van de Galletti website, voor
details over de bekabeling van het netwerk.
De functies die door de besturing als SLAVE worden herkend
en beheerd, zijn:
CODE
BESCHRIJVING
01
coil status lezen
02
input status lezen
03
holding register lezen
04
input register lezen
15
coil status multiple schrijven
16
holding register multiple schrijven
FC66003554
Rev 00
Besturing voor terminals
GEBRUIKSHANDLEIDING
De reproductie van deze handleiding, ook gedeeltelijk, is streng verboden
De beschikbare variabelen zijn:
COIL STATUS (DIGITAAL LEZEN/SCHRIJVEN)
BESCHRIJVING
1
besturing ON/OFF
2
bediening ZOMER/WINTER
3
bediening ECONOMY
4
bediening INSCHAKELING ANTIVRIES
5
bediening INSCHAKELING ELEKTRISCHE WEERSTANDEN
6
bediening MAN/AUTO van de modulerende ventilatie
7
inschakeling ON/OFF via MASTER
8
inschakeling ECONOMY via MASTER
9
inschakeling ZOMER/WINTER via MASTER
10
inschakeling ANTIVRIES via MASTER
11
inschakeling ELEKTRISCHE WEERSTANDEN via MASTER
12
inschakeling SETPOINT via MASTER
13
inschakeling LIMIETEN VAN DE SETPOINT via MASTER
14
inschakeling VENTILATIESNELHEID via MASTER
15
bediening TOETSENBLOKKERING
INPUT STATUS (DIGITAAL ALLEEN LEZEN)
BESCHRIJVING
1
ON/OFF eenheid
2
ZOMER/WINTER
3
ECONOMY actief
4
ANTIVRIES actief
5
ALARM aanwezig
6
Alarm sonde omgevingstemperatuur
7
Alarm sonde watertemperatuur
8
Alarm sonde temperatuur warm water
(alleen indien eenheid met 4 leidingen)
9
Alarm sonde vochtigheid omgeving
10
Aantal snelheden (3/4)
11
Aantal leidingen (2/4)
12
Type ventilatie (STEPS/MODULEREND)
13
Sonde voor afstelling (DISPLAY/KAART)
14
Aanwezigheid elektrische weerstanden
15
Aanwezigheid vochtigheidssonde
16
Status digitale uitgang 1 (O1)
17
Status digitale uitgang 2 (O2)
18
Status digitale uitgang 3 (O3)
19
Status digitale uitgang 4 (O4)
20
Status digitale uitgang 5 (O5)
21
Status digitale uitgang 6 (O6)
22
Status digitale uitgang 7 (O7)
NL
16