Resusci Anne Modular System
A
B
C
D
SkillReporter
Een volledige en objectieve
feedback tijdens de oefening
helpt de ontwikkeling en
versterkt de reanimatieva-
ardigheden. De SkillReporter heeft een ingebouwde metrono-
om (B) die een tempo aangeeft van 80 of 100 slagen/minuut,
en geeft feedback aan de instructeur en de cursist. De LED's
geven de kwaliteit van de reanimatiehandelingen weer. De
SkillReporter geeft de mogelijkheid om tijdens de oefening een
rapport af te drukken.
Het gebruik
U kunt de SkillReporter op twee manieren aanzetten:
- door op op de SkillReporter de aan-uitknop (A) in te drukken;
- door aan de rechterzijde van de oefenpop de aan-uitknop in
te drukken. Waarschuwing - Zorg ervoor dat de borsthuid op
de juiste manier is bevestigd vooraleer u de SkillReporter en/of
reanimatieoefenpop aan zet. Door de knop opnieuw in te druk-
ken schakelt u de SkillReporter uit. De LED lampjes van de
SkillReporter geven u een directe feedback over polscontrole,
hartmassage en beademing.
De SkillReporter en de oefenpop
schakelen zichzelf automatisch
uit na: - 10 minuten als er geen
registratie meer gebeurde;
- 60 minuten als de logfunctie
geactiveerd (C) is.
Noot: U kunt de handelingen van
een reanimatieoefening regi-
streren zonder dat de SkillReporter aangesloten is op de Resusci
Anne reanimatieoefenpop. Met de logfunctie kan u het interne
geheugen van de Resusci Anne reanimatieoefenpop activeren.
Deze registreert alle reanimatiehandelingen. Als u de
SkillReporter na de oefening op de reanimatieoefenpop aansluit
kan u een verslag printen.
Indicatielampjes van de SkillReporter
Licht
Indicatie
Inflatievolume:
geel
onvoldoende <0.7 l
groen
voldoende
oranje
te veel
Compressiediepte: geel
onvoldoende < 4 cm
groen
voldoende
rood
te veel
Te snelle inflatie:
rood
*Metingtolerantie in de pop: +/- 15 % bij normale kamertemperatuur.
De metingen zijn gebaseerd op de ILCOR-richtlijnen.
E
A C
Limieten*
(Standard)
<0.4 l
(O2 enriched)
0.7 l - 1.0 l
(Standard)
0.4 l - 0.6 l
(O2 enriched)
>1.0 l
Standard)
>0.6 l
(O2 enriched)
4 cm - 5 cm
>5 cm
Flow > 1 l/sec.
68
De registreerfunctie
Registreren is noodzakelijk om een rapport te kunnen afdruk-
ken. Registreren kan gebeuren met de SkillReporter aan de pop
verbonden, of zonder dat de SkillReporter aan de pop vastzit.
Registratie kan op twee manieren gestart worden:
- door aan de zijkant van de pop de "aan/uit"-knop en de
"LOG"-knop in te drukken. U ziet aan beide knoppen een
groen lichtje oplichten;
- door op de SkillReporter de "aan/uit"-knop en de "LOG"-
knop in te drukken. U ziet aan beide knoppen een groen
lichtje oplichten.
Om de registratie functie aan te zetten op de SkillReporter
moet u deze eerst aansluiten op de oefenpop (de SkillReporter
heeft geen interne stroomvoorziening).
Om de registratie functie uit te zetten druk dan voor de twee-
de keer op de "LOG"-knop. De gegevens van de reanimatie-
oefening zijn nu geregistreerd. U kunt ze herhaaldelijk afdruk-
ken, en dit tot de registratie van een volgende oefening.
Een rapport afdrukken
Kort rapport
D
Het kort statistisch verslag kunt
u enkel afdrukken nadat de
data van de reanimatie-oefening
geregistreerd zijn. Daartoe dient
u de "short print"-knop in te
drukken. Het moment waarop
u de "short print"-knop
indrukt bepaalt de lengte van
het verslag:
- indrukken tijdens het reg-
istreren van een scenario: een
kort statistisch verslag van de
oefening over de periode van
het indrukken van de "short
print"-knop zal gedrukt
worden;
- indrukken na het registreren
van een scenario: een kort
statistisch verslag van de gehele
oefening zal gedrukt worden.
Pols
Resusci Anne
R
SkillReporter
Naam student:
________________________
Naam instructeur:
________________________
Tijdsduur van de zitting:
_____ min ____sec
Beademing
Gemiddelde volume per beademing
_____ ml
Gemiddeld aantal
beademingen/minuut
_____ /min
Minuten volume
_____ ml/min
Totaal aantal beademingen
_____
Correct
_____
Correct percentage
_____
Te veel
_____
Te weinig
_____
Te snel
_____
Compr./vent.verhouding
_____
Hartmassage
Gemiddelde diepte van indrukken
_____ mm
Gemiddeld aant. per minuut
_____ /min
Gemiddelde frequentie tijdens massage _____ /min
Totaal aantal compressies
_____
Correct
_____
Correct percentage
_____
Te diep
_____
Niet diep genoeg
_____
Verkeerde handpositie
_____
Hand positie te laag
_____
Onvolledige ontspanning
_____
Defibrillatie (alleen CPR-D model)
Tijd tussen begin scenario
en 1e schok
____ min ____ sec
Tijd tussen hulproep
en 1e schok
____ min ____ sec
Tijd tussen aank. defib.
en 1e schok
____ min ____ sec
Verkeerde handpositie:
geel
Druk buiten het
accepteerbare gebied
(zij en bovenste
gedeelte)
rood
Druk buiten het
accepteerbare gebied
TM
(lager center)