• Snoei eerst de zijkanten van de heg en daarna pas
de bovenkant.
• Snoei de heg van onderen naar boven.
• Snij de heg trapezevormig.
• Verwijder beslist vreemde objecten uit de heg
(zoals draad), aangezien deze de messen van de
heggenschaar kunnen beschadigen.
• Let op! De messen draaien na! Rem de messen
niet af met de hand.
Hoekafstelling
De heggenschaar kan tussen +90° tot -75° worden
aangepast aan de werkomstandigheden door de
meskop te verdraaien. Afb. 49
• Let op! Uitsluitend bij uitgeschakelde motor afstel-
len!
• Druk op beide hendels en zet de meskop in de ge-
wenste stand. Afb. 48
• Laat beide hendels los tot ze in de tanden vastgrij-
pen.
• Controleer voor ingebruikname of de verstelhendel
juist is vastgeklikt. Afb. 49
Olie de mesbladen en hoekafstelling voor aanvang
van de werkzaamheden altijd in met milieuvriende-
lijke smeerolie.
Ook tijdens de werkzaamheden moeten de mesbla-
den regelmatig worden ingeolied.
Let op! Uitsluitend bij uitgeschakelde motor voorzien
van olie!
WAARSCHUWING: Onjuist en verkeerd gebruik kan
de bosmaaier beschadigen en leiden tot ernstige
verwondingen als gevolg van weggeslingerde stuk-
ken.
Om het risico tot ongevallen door het gebruik van het
maaiblad te minimaliseren, dient u kennis te nemen
van de volgende punten:
• Maait nooit struiken of hout waarvan de diameter
groter is dan 2 cm.
• Vermijd het contact met metalen voorwerpen, ste-
nen, enz.
• Controleer regelmatig het maaiblad op schade.
Nooit een beschadigd maaiblad blijven gebruiken.
• Wanneer het maaiblad bot wordt, dan moet deze
volgens de instructies worden geslepen. Wanneer
het maaiblad uit balans is, dan moet deze worden
vervangen.
Werken met de kettingzaag op verlengstuk
Oliën van zaagketting en geleiderails
Wij raden u aan hiervoor een in de handel verkrijg-
bare zaagkettingolie te gebruiken.
• Verwijder het deksel van de olietank. (Afb. 54 /L))
• Vul de olietank van de kettingzaag (Afb. 54/M) voor
80% met zaagkettingolie.
116 | NL
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
• Sluit het deksel.
Controleer de olievoorziening.
Controleer altijd of het automatische oliesysteem
correct werkt. Zorg ervoor dat de olietank altijd is ge-
vuld.
Tijdens het zagen moeten de rails en ketting altijd
voldoende geolied zijn om de wrijving met het ket-
tingzwaard te beperken.
Het kettingzwaard en de ketting mogen niet drooglo-
pen. Als droog of met te weinig olie wordt gezaagd,
neemt de zaagprestatie af, wordt de levensduur van
het kettingzwaard verkort, wordt de ketting snel bot
en zal de rails sterk slijten als gevolg van oververhit-
ting. Te weinig olie is te herkennen aan de rookont-
wikkeling of de verkleuring van de rails.
Om de smering van de zaagketting te controleren,
houdt u de kettingzaag met de zaagketting boven
een vel papier en geeft u enkele seconden volgas.
Nu kunt u op het papier de desbetreffende ingestelde
oliehoeveelheid controleren. Let op dat er altijd vol-
doende olie in de olietank zit voor het smeren van de
zaagketting.
Automatische smering van de zaagketting –
Fijnafstelling afb. 61.
Met schroef (R) kunt u de oliehoeveelheid verkleinen
of vergroten.
Rechtsom: oliehoeveelheid verkleinen (-)
Linksom: oliehoeveelheid vergroten (-)
Voorzorgsmaatregelen voor de zaagprocedure
Ga nooit onder een te zagen tak staan. Wees extra
voorzichtig bij het werken met takken onder buig-
spanning en versplinterend hout. Mogelijk gevaar op
letsel door vallende takken en wegschietende stuk-
ken hout. In het algemeen wordt aanbevolen onder
een hoek van 60 ° te zagen.
Houd het apparaat met beide handen goed vast tij-
dens het snoeiwerk en zorg voor een evenwichtige
lichaamspositie en een goed werkniveau.
• The loss Probeert nooit om uw apparaat te ge-
bruiken met één hand. Het verlies van de controle
over uw gereedschap kan ernstig letsel of de dood
tot gevolg hebben. Werk nooit op een ladder, een
boomtak of andere onstabiele ondergrond.
• Zaag nooit met de bovenste rand of de punt van
het zaagblad.
• Zorg ervoor dat de kettingspanning altijd correct
wordt afgesteld.
• Oefen een lichte druk uit om het apparaat te bege-
leiden, maar zonder de motor over te belasten.
Ruim het werkgebied op voor het snoeien van sto-
rende takken en struikgewas. Dan maakt u een
uitwijkplaats, ver van de plek waar de gezaagde tak-
ken vallen, en verwijder daar eventuele obstakels.