2. Sluit de netspanningskabel (14) aan op een 230V-
stopcontact.
3. Sluit de kabel van de lader (12) aan op de accu (13).
Als het laadcontrolelampje (15) op de lader
eenmaal per seconde groen knippert, wordt
de accu opgeladen. Als het
laadcontrolelampje (15) op de lader groen
brandt, is de accu volledig opgeladen.
Zie Technische gegevens voor de oplaadtijd.
4. Controleer tijdens het opladen regelmatig de
oplaadstatus.
5. Koppel de accu (13) wanneer deze volledig is
opgeladen los van de acculader (C).
6. Koppel de netspanningskabel (14) los van het
stroomnet.
Accu-oplaadindicator
L1
L2
B
W
Accu-oplaadindicator tijdens het opladen:
100% opgeladen
67 - 100% opgeladen
34 - 66% opgeladen
0 - 33% opgeladen
Accu-oplaadindicator tijdens gebruik:
•
Druk op de knop (B) op de accu.
67 - 100% opgeladen
34 - 66% opgeladen
11 - 33% opgeladen
0 - 10% opgeladen
54
L3
L1, L2 en L3 branden
L1 en L2 branden, L3 knip-
pert
L1, L2 knipperen
L1 knippert
L1, L2 en L3 branden
L1 en L2 branden
L1 brandt
L1 knippert
De maaier starten
WAARSCHUWING!:
•
Risico van fysiek letsel!
•
Risico van letsel als het apparaat niet
stopt wanneer u de starthendel loslaat.
•
De veiligheidsvoorzieningen of schakelaars
mogen nooit overbrugd worden. De
starthendel (17) mag bijvoorbeeld niet aan
de hendel bevestigd worden.
16
Starten:
Het apparaat is uitgerust met een tweehandige
veiligheidsvoorziening (starthendel (17) met
veiligheidsvergrendeling (16)) om te voorkomen dat
het apparaat ongewild wordt ingeschakeld.
Er zijn twee starthendels (17) voorzien. Een van beide
moet worden gebruikt om te starten.
1. Open het deksel (18).
13
18
19
2. Plaats de accu (13) in het apparaat.
3. Plaats de veiligheidssleutel (19) in het apparaat en
draai deze in stand 1.
4. Druk met één hand op de veiligheidsvergrendeling (16)
en met de andere hand op de starthendel (17).
5. Laat de veiligheidsvergrendeling (16) los.
Het product wordt gestart.
Stoppen:
1. Laat de starthendel (17) los.
2. Draai de veiligheidssleutel (19) in stand 0 en verwijder
deze.
17
22 - 001 - 05.10.2016