AHT Cooling Systems GmbH | nl
§ Als het apparaat in kelders wordt geïnstal-
leerd, moet er voor voldoende ventilatie
worden gezorgd.
§ Kanalen en wanddoorvoeren moeten op
een brandveilige manier onder en achter
het apparaat worden afgedicht.
§ Beschadig het koudemiddelcircuit niet.
§ Stel het apparaat tijdens transport en op-
slag niet bloot aan temperaturen boven de
70°C (158 °F).
§ Vermijd de overdracht van schokken en
trillingen op het apparaat.
§ Vermijd hevige externe schokken van het
apparaat, zoals door het onzorgvuldig
hanteren met een heftruck of door een
vloerreinigingsmachine.
§ Boor niet in het apparaat en voer geen an-
dere werkzaamheden aan het apparaat
uit.
§ Buisleidingen niet platdrukken of verbui-
gen.
§ Alleen vakkrachten mogen werkzaamhe-
den aan het koudemiddelcircuit uitvoeren.
§ Open het koelmiddelcircuit en zuig het
koelmiddel alleen op in goed geventileer-
de ruimtes buiten de kantooruren (zonder
aanwezigheid van klanten) of in de buiten-
lucht.
§ Voorafgaand aan alle onderhouds-, servi-
ce- en reparatiewerkzaamheden
1. Koppel het apparaat los [zie } Hoofd-
stuk 10.2.1]
2. Beveilig het apparaat tegen opnieuw in-
schakelen.
§ Tijdens reparaties moet een deskundige
persoon die de lokale omstandigheden
kent, beschikbaar zijn als contactpersoon
voor de vakkrachten.
VOORZICHTIG
Vloeibaar koudemiddel.
Bevriezing van de huid.
§ Draag een veiligheidsbril en beschermen-
de handschoenen.
§ Bescherm handen en gezicht tegen con-
tact met vloeistof/lekkend koelmiddel.
2.3
Mechanische gevaren
WAARSCHUWING!
Transport van apparatuur met gemoto-
riseerde transportvoertuigen.
Gevaar voor letsel bij botsingen.
§ Neem de transportroutes voor gemotori-
seerde transportvoertuigen in acht.
§ Zet de lading vast.
376840_1_0920
§ Alleen opgeleid personeel mag gemotori-
seerde transportvoertuigen bedienen.
§ Houd rekening met het zwaartepunt van
het apparaat voor het veilig optillen van de
lading met een vorkheftruck. Informatie
hierover vindt u op de voor- en achterzijde
van de apparaatverpakking.
Gevaar voor kantelen van het apparaat.
Personen kunnen ingeklemd raken.
§ Verwijder het transportframe pas in de
stabiele, definitieve installatiepositie.
§ Kantelbeveiliging wandmontage:
monteer het apparaat op de juiste wijze
aan de wand (zie de aparte montagehand-
leiding - II-030).
§ Kantelbeveiliging eilandopstelling (met de
achterkanten naar elkaar toe):
sluit de apparaten op de juiste wijze aan
(zie de aparte montagehandleiding -
II-030).
§ Kantelbeveiliging standalone-opstelling:
veranker de apparaatvoet op de juiste wij-
ze aan de ondergrond (zie de aparte mon-
tagehandleiding - II-030).
Let bij het boren op de bodemgesteldheid
en de ondergrond (vloerverwarming, elek-
trische leidingen, enz.).
§ Stap niet op of in het apparaat.
§ Alleen geschoolde krachten mogen het
apparaat na het opstellen vervoeren.
Verwijdering van verpakkings- en folie-
materiaal.
Verstikkingsgevaar.
§ Houd verpakkingsmateriaal en folie buiten
het bereik van kinderen.
§ Laat kinderen niet met verpakkingsmateri-
aal en folie spelen.
Ontbrekende en/of niet volledig wer-
kende veiligheidsvoorzieningen.
Risico op letsel door bijv. roterende delen.
§ Controleer de veiligheidsapparatuur op
volledigheid en werking.
§ Veiligheidsvoorzieningen en afdekkingen
die op het apparaat zijn bevestigd, mogen
niet worden verwijderd.
VOORZICHTIG
Materiaalbreuk.
Valgevaar. Stootgevaar door mogelijk vallen-
de delen. Snijletsel.
§ Stap niet op of in het apparaat.
Vallende objecten.
Verwonding door stoten. Snijletsel bij glas-
breuk.
§ Plaats geen voorwerpen op het apparaat.
Bijzondere gevaren | 2
435 / 788