LET OP!
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt tijdens normaal gebruik
automatisch van de verdamper van het
koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt
via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het
apparaat, boven de compressormotor,
waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater onder de groentela
regelmatig schoon te maken, om te
voorkomen dat het water overloopt en op
het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
Gebruik hiervoor de buisreiniger die werd
meegeleverd met het apparaat.
7.4 Het reinigen van de
luchtkanalen
1. Verwijder de plint (A) en daarna het
ventilatierooster (B).
2. Reinig het ventilatierooster.
3. Trek het luchtplaatje (C) er
voorzichtig uit, controleer of er geen
dooiwater is achtergebleven.
4. Maak het onderste deel van het
apparaat schoon met een stofzuiger.
7.5 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4. Laat de deur open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
NEDERLANDS
11
C
B
A