6
KOELMIDDELLEIDINGEN
De verbinding aandraaien
Houd de leidingen tegenover elkaar en draai de flensmoer
met de hand zo ver mogelijk aan. Draai dan de moer met een
sleutel en een momentsleutel aan op de manier zoals is
weergegeven in de afbeelding.
OPGELET
• Draai de verbinding niet te strak aan Daardoor kan de
moer scheuren, afhankelijk van de omstandigheden.
Buitendiameter van de koperen leiding
6,35 mm (diameter)
9,52 mm (diameter)
12,7 mm (diameter)
15,9 mm (diameter)
• Aantrekmoment voor de getrompte leidingverbindingen
De druk bij gebruik van R410A wordt hoger dan bij gebruik
van R22. (Ongeveer 1,6 maal zo hoog) Draai de getrompte
leidingverbinding tussen de binnenunit en de buitenunit
daarom met een momentsleutel aan met het
voorgeschreven aandraaimoment.
Door slechte verbindingen kan niet alleen een gaslek
ontstaan, maar ook de koelcapaciteit afnemen of de
compressor beschadigen.
Halve verbinding
Zijde met
buitendraad
Draai de verbinding met een
tang aan.
(Eenheid : N•m)
Aantrekmoment
14 tot 18 (1,4 tot 1,8 kgf•m)
33 tot 42 (3,3 tot 4,2 kgf•m)
50 tot 62 (5,0 tot 6,2 kgf•m)
63 tot 77 (6,3 tot 7,7 kgf•m)
Tromp aan
binnenunitzijde
Tromp aan
buitenunitzijde
Flensmoer
Zijde met
binnendraad
Draai de verbinding met een
momentsleutel aan.
Leidingscherm voor opruimmoerverbinding
Verbindingen in vloeistof- en gasleidingen van de
binnenmodule moeten worden geïsoleerd met een
Leidingscherm (13).
Leidingscherm installeren
1. Snij het Leidingscherm (13) op de juiste lengte.
2. Breng het Leidingscherm (13) aan.
3. Plaats de opening bovenaan de leiding bij plafondmontage.
4. Bevestig het Leidingscherm (13) met behulp van vinyltape.
Vinyltape
132
Opening
(13) Leidingscherm