eventuele montage- of afstellingsdefecten zijn, of bijzondere wrijvings-
punten;
6 Controleer één voor één of alle veiligheidsinrichtingen in de installatie
(fotocellen, contactlijsten etc.) goed werken en verifieer of de poort zich
gedraagt als voorzien is. Telkens wanneer één van de veiligheidsinrich-
tingen in werking treedt, dient de led "OK" op de besturingseenheid 2
maal snel te knipperen ter bevestiging van het feit dat de besturingseen-
heid de gebeurtenis herkent:
7 Meet de stootkracht overeenkomstig hetgeen voorzien is door de norm
EN 12445. Indien de controle van de "motorkracht" door de besturings-
eenheid gebruikt wordt als hulp aan het systeem voor de vermindering
van de stootkracht, dient u te proberen de functies af te stellen die bete-
re parameters bieden;
8 Bevestig op een plek naast de automatisering een permanent etiket
waarop beschreven wordt hoe de reductiemotor handmatig ontgrendeld
kan worden.
7.2 - Inbedrijfstelling van de automatisering
Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eind-
test met succes zijn afgesloten. Gedeeltelijke inbedri jfstelling of inbe-
drijfstelling in "provisorische" situaties is niet toegestaan.
1 Maak een technisch dossier van de automatisering en bewaar dit ten-
minste 10 jaar. Dit dossier moet de volgende documenten omvatten:
een overzichtstekening van de automatisering, het schema van de tot
stand gebrachte elektrische aansluitingen, de risico-analyse en de toe-
gepaste oplossingen, de verklaring van overeenstemming van de fabri-
kant van alle gebruikte inrichtingen, de door de installateur ingevulde
verklaring van overeenstemming, een kopie van de gebruikshandleiding
en het onderhoudsplan van de automatisering;
2 Breng een plaatje op de poort aan met daarop tenminste de volgende
gegevens: type automatisering, naam en adres van de fabrikant (verant-
woordelijk voor de "inbedrijfstelling"), serienummer, bouwjaar en "CE"-
keurmerk.
3 Vul de verklaring van overeenstemming in en geef deze aan de eigenaar
van de automatisering; hiertoe vult u het formulier "EG-verklaring van
overeenstemming" in;
4 Vul het formulier "Gebruikshandleiding" in en geef dit aan de eigenaar
van de automatisering;
5 Vul het formulier "Onderhoudsplan"in en geef dit aan de eigenaar van
de automatisering. Dit plan bevat alle onderhoudsvoorschriften voor alle
inrichtingen van de automatisering;
6 Alvorens de automatisering in bedrijf te stellen, dient u de eigenaar af doen-
de te informeren over de gevaren en restrisico's die nog aanwezig zijn.
AFDANKEN VAN HET PRODUCT
Dit product maakt integraal deel uit van de automatisering en moet
dan ook samen met de automatisering worden afgedankt.
De ontmantelingwerkzaamheden aan het eind van de levensduur van dit
product moeten, net als de installatiewerkzaamheden, worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel.
Dit product is opgebouwd uit verschillende soorten materiaal: sommigen
hiervan kunnen gerecycled worden, anderen moeten als afval worden ver-
werkt. Win informatie in over de recycling- of afvalverwerkingsystemen die
voor deze productcategorie zijn voorzien door de in uw land geldende
voorschriften.
Let op! – Sommige delen van het product kunnen vervuilende of gevaarlij-
ke substanties bevatten die, indien ze in het milieu terechtkomen, schade-
lijke effecten kunnen hebben op de omgeving of op de gezondheid van
personen.
Zoals aangegeven door het symbool hiernaast, is het ver-
boden dit product met het gewone huisvuil weg te gooien.
Volg een "gescheiden afvalverwerking" volgens de metho-
des die voorzien zijn door de in uw land geldende voor-
schriften, of lever het product weer in bij de verkoper op het
moment dat u een nieuw gelijksoortig product aanschaft.
Let op! – De plaatselijk geldende voorschriften kunnen zware sancties
voorzien in het geval u de voorschriften voor afvalverwerking van dit pro-
duct niet opvolgt.
PERIODIEK ONDERHOUD
In het algemeen behoeft dit product geen speciaal onderhoud; door de
installatie in de loop van de tijd regelmatig te controleren, kunt u de instal-
latie en de veiligheidssystemen echter altijd in goede staat van werking
houden.
De automatisering moet periodiek onderhouden worden om een zo lang
mogelijke levensduur en compleet veilige werking te garanderen. De auto-
matisering moet periodiek, met regelmatige tussenpozen, onderhouden
worden. Geprogrammeerd onderhoud dient te worden uitgevoerd met
intervallen van maximaal 6 maanden.
Om de onderhoudscontroles uit te voeren, gaat u als volgt te werk.
LET OP! – Alvorens controles uit te gaan voeren, dient u alle elektri-
sche voedingsbronnen los te koppelen.
• Controleer alle onderdelen waaruit de automatisering bestaat op kwali-
teitsvermindering en let daarbij met name op aantasting of roestvorming
van de structurele delen; vervang die delen welke onvoldoende garantie
bieden.
• Controleer de staat van slijtage van alle bewegende delen: rondsel, tand-
heugel en alle onderdelen van de poort; vervang eventueel de versleten
onderdelen.
• Sluit na afloop van de onderhoudscontroles de elektrische voeding weer
aan en voer alle in hoofdstuk 4 beschreven tests en controles uit.
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT
I
Netvoeding
I
Motor
I
Type eindschakelaar
I
Max. opgenomen vermogen
I
Opname lijn
I
Ingebouwde condensator
I
Beschermingsklasse
I
Maximumkoppel
(komt overeen met kracht)
I
Nominaal koppel
(komt overeen met kracht)
I
Nominale snelheid
I
Thermische beveiliging
I
Maximumgewicht vleugel
I
Maximumlengte vleugel
I
Max. aantal cycli/uur
I
Max. aantal opeenvolgende cycli 5
I
Afmetingen
I
Gewicht
I
Max. stroom gebruikers 24 V
I
Uitgang knipperlicht
I
Bedrijfstemperatuur
I
Werktijd
I
Pauzetijd
I
Decodering
I
Ontvangstfrequentie
I
Gevoeligheid
I
Bedrijfstemperatuur
I
Ingangsimpedantie
230 Vac 50 Hz
asynchroon éénfase
elektromechanisch
400 W
1.7 A
12 nF
IP 44
15 Nm (500 N)
8 Nm (270 N)
0.18 m/s
140 °C
500 Kg
7 m
9 (vleugel 7 meter)
290 x 195 x h 250
8 Kg
150 mA (de spanning kan ± 25%
schommelen)
Voor knipperlichten op netspan-
ning, maximumvermogen 40 W
van -20 °C tot +50 °C
Instelbaar van 2.5 tot > 40 s., of
van < 40 tot > 80 s. met TLM
Instelbaar van 5 tot > 80 s.
"O-Code" / "FloR" / "TTS";
of Flo"; of "Smilo"
433.92 MHz
beter dan 0,5 V
da 20° C a 55° C
52 ohm
Nederlands – 7