de BENNING MM 2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA, van
de BENNING MM 2.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
Zie fig. 6:
8.4 Diodecontrole
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, van de
BENNING MM 2.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpunten
van de diode en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
-
Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode
stroomspanning van 0,500 V tot 0,900 V aangegeven. De aanduiding
„000 V" wijst op een kortsluiting in de diode, de aanduiding „1" geeft een
onderbreking in de diode aan.
-
Bij een in sperrichting gemonteerde diode wordt ca. „1" aangegeven. Bij
een defekte diode wordt "000 V" of een andere waarde aangegeven.
Zie fig. 7:
8.5 Doorgangstest met akoestisch signaal
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus V, Ω,
van de BENNING MM 2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, van de
BENNING MM 2.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit. Indien de gemeten weerstand in het circuit tussen de
twee contactbussen kleiner is dan 50 Ω, wordt een akoestisch signaal
afgegeven.
Zie fig. 8:
9.
Onderhoud
De BENNING MM 2 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING MM 2 mag uitsluitend
gebeuren door electrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voor-
zorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING MM 2 dan ook spanningsvrij, alvorens het apparaat te
openen.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
-
Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING MM 2.
-
Zet de draaischakelaar in de positie „Off" .
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat.
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING MM 2 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
-
Zichtbare schade aan de behuizing
-
Meetfouten
-
Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde
omstandigheden
-
Transportschade
In dergelijke gevallen dient de BENNING MM 2 direkt te worden uitgeschakeld
en niet opnieuw elders te worden gebruikt.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde met een schone, droge doek. (speciale
reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuurmiddelen om
de BENNING MM 2 schoon te maken. Let er in het bijzonder op dat het batterij-
vak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlopende batterijen. Indien toch
verontreiniging ontstaat door electrolyt of zich zout afzet bij de batterij en/ of in
het huis, dit eveneens verwijderen met een droge, schone doek.
10/ 2004
weerstandsmeting.
diodecontrole
doorgangstest met zoemer
BENNING MM 2
,
).
wordt een
,
).
29