Nederlands-10
Opstarten van drive voorbereiden
OPGELET: De voeding naar de drive moet ingeschakeld zijn om de
onderstaande opstartprocedures te kunnen uitvoeren. Soms staat de huidige
!
spanning op de binnenkomende lijnpotentiaal. Om gevaar voor elektrische
schokken of schade aan de apparatuur te voorkomen, mag uitsluitend bevoegd
onderhoudspersoneel de onderstaande procedure uitvoeren. Voordat u begint,
dient u de procedure zorgvuldig te lezen en te begrijpen. Als een gebeurtenis niet
plaatsvindt terwijl u deze procedure uitvoert, ga dan niet verder. Schakel alle
voeding uit inclusief door de gebruiker verschafte stuurspanningen. Door de
gebruiker verschafte spanning kan aanwezig zijn, zelfs als de sterkstroom naar
de drive niet is ingeschakeld. Verhelp de storing voordat u verdergaat.
Voordat u de voeding naar de drive inschakelt
❏
1. Controleer of alle ingangen op de correcte terminals zijn aangesloten
en goed vastzitten.
❏
2. Controleer of de sterkstroom van de AC lijn bij de schakelaar zich
binnen de nominale waarde van de drive bevindt.
❏
3. Controleer of alle digitale stuurstroom 24 V is.
❏
4. Controleer of de DIP-instellingsschakelaar Sink (SNK)/Source
(SRC) zo is ingesteld dat hij overeenkomt met uw
stuurstroombedradingsschema. Zie blz. 8 voor de plaats.
Belangrijk: het default stuurschema is Source (SRC). De
❏
5. Controleer of de ingang Stoppen aanwezig is; anders start de drive niet.
Belangrijk: als I/O aansluitterminal 01 als een stopingang wordt
Voeding naar de drive inschakelen
❏
6. Schakel de sterk- en stuurspanning naar de drive in.
❏
7. Zorg dat u vertrouwd bent met de integrale toetsenbordfuncties
(zie volgende bladzijde) voordat u enige parameters Groep
programmeren gaat instellen.
aansluitterminal Stoppen wordt doorverbonden (I/O
aansluitterminals 01 en 11) om starten vanaf het
toetsenbord mogelijk te maken. Als het stuurschema in
Sink (SNK) wordt veranderd, moet de doorverbinding van
I/O aansluitterminals 01 en 11 worden verwijderd en tussen
I/O aansluitterminals 01 en 04 worden geïnstalleerd.
gebruikt, moet de doorverbinding tussen I/O
aansluitterminal 01 en 11 worden verwijderd.