Configuratie en probleemoplossing
Automatische draadloze verbinding (voor computers die draadloos op een netwerk zijn
aangesloten)
Automatische draadloze verbinding configureert automatisch de printer met uw draadloze netwerkinstellingen. Volg de
instructies op het printerscherm om de hardware van de printer in te stellen en plaats vervolgens de software-cd van de printer.
De software leidt u door de software-installatie. Indien de methode Automatische draadloze verbinding niet van toepassing is
op uw configuratie of besturingssysteem, dan leidt de software u door een andere draadloze installatiemethode. Ga voor meer
informatie over draadloze installatie naar de website HP-centrum voor draadloos afdrukken (www.hp.com/go/wirelessprinting).
Als u niet kunt afdrukken ...
Controleer op foutmeldingen en los ze op. Indien u nog steeds niet kunt afdrukken, moet u het volgende in deze volgorde
proberen:
Windows
Kijk na of uw HP Photosmart is ingesteld als
standaardprinter en controleer of deze niet offline staat.
Hoe?:
1. Klik op de taakbalk van Windows op Start.
2. Klik vervolgens op:
• • Apparaten en printers (Windows 7
• • Printers (Windows Vista
• • Bedieningspaneel, en klik vervolgens op Printers
en faxen (Windows XP
Zoek uw printer en kijk na of er een vinkje in een zwarte
cirkel naast staat. Als dit niet het geval is, klikt u met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteert u
Instellen als standaardprinter uit het menu.
Om na te kijken of uw printer niet offline staat, klikt
u met de rechtermuisknop op het printerpictogram en
controleert u of Printer offline gebruiken en Afdrukken
onderbreken niet zijn geselecteerd.
Als u nog steeds niet kunt afdrukken, of de installatie
van de HP-printersoftware is mislukt:
1. Verwijder de cd uit de eenheid van uw computer en
koppel vervolgens de printer los van de computer.
2. Start de computer opnieuw op.
3. Schakel tijdelijk firewalls uit en sluit antivirussoftware.
4. Plaats de cd met printersoftware in de eenheid van
de computer en volg de instructies op het scherm om
de printersoftware te installeren. Sluit de USB-kabel
niet aan voordat u daarom wordt gevraagd.
5. Na beëindiging van de installatie, start u
de computer opnieuw en activeert u alle
beveiligingssoftware, die u hebt uitgeschakeld of
afgesloten, opnieuw.
)
®
)
®
)
®
Mac
Controleer de afdrukwachtrij:
1. Klik in Systeemvoorkeuren op Afdrukken & faxen.
2. Klik op de knop Afdrukwachtrij openen.
3. Klik op een afdruktaak om deze te selecteren.
4. Gebruik de volgende knoppen om de afdruktaak te
beheren:
• • Verwijderen: de geselecteerde afdruktaak annuleren.
• • Doorgaan: een onderbroken afdruktaak hervatten.
• • Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u
opnieuw af te drukken.
Start het opnieuw op.
1. Start de computer opnieuw op.
2. Reset de printer:
a. Schakel de printer uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
b. Wacht een minuut en sluit het netsnoer opnieuw
aan. Schakel de printer in.
Indien u nog steeds niet kunt afdrukken, maak de
installatie van de HP-printersoftware dan ongedaan en
installeer deze opnieuw.
Ga als volgt te werk om de software te verwijderen:
1. Koppel de printer los van de computer.
2. Open de map Toepassingen: Hewlett-Packard.
3. Dubbelklik op HP Uninstaller. Volg de aanwijzingen
op het scherm.
Zo installeert u de software:
1. Plaats de cd in de cd-eenheid van uw computer.
2. Open de cd op het bureaublad en dubbelklik
vervolgens op HP Installer.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
52