DROGEN
Gebruik het apparaat voor drogen wanneer de kamertemperatuur hoger is dan 16 °C.
Wanneer de temperatuur onder 15 °C komt, werkt de droogfunctie niet.
■ Droogfunctie
Wanneer de temperatuur in de ruimte hoger is dan de ingestelde temperatuur, onttrekt het apparaat vocht
●
aan de lucht in de kamer, waarbij de kamertemperatuur wordt verlaagd naar het ingestelde niveau.
Wanneer de temperatuur in de ruimte lager is dan de ingestelde temperatuur, wordt de droogfunctie
uitgevoerd wanneer de ingestelde temperatuur enigszins onder de huidige kamertemperatuur ligt, ongeacht
welke temperatuur is ingesteld.
De ingestelde kamertemperatuur kan mogelijk niet worden bereikt als gevolg van het aantal mensen dat in
●
de ruimte aanwezig is of door andere omstandigheden in de ruimte.
1
Druk op de selectieknop MODE (MODUS) totdat het display
(DROGEN) aangeeft.
De ventilatorsnelheid wordt ingesteld op LAAG.
Druk op de knop
LAAG.
Stel de gewenste kamertemperatuur in met de
temperatuurknoppen. De instelling verschijnt op het display.
2
Druk op de knop
START
dat het drogen wordt gestart. Druk nogmaals op de knop om de
STOP
werking te stoppen.
■ Omdat de instellingen in het geheugen van de afstandsbediening worden
opgeslagen, hoeft u de volgende keer alleen op de knop
STOP) te drukken.
– 232 –
(VENTILATORSNELHEID) en kies STIL of
Het bereik tussen 20 °C en 26 °C is de aanbevolen
kamertemperatuur voor drogen.
De temperatuur kan worden ingesteld tussen 16 °C
en 32 °C.
(START/STOP). Een pieptoon geeft aan
(START/