VERWARMING
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbediening. Druk op de toets MODE om de
verwarmingsmodus te selecteren: op de display verschijnt
warmt de airconditioner de ruimte met "warmtepomp"-werking. Met andere woorden,
de ruimte wordt verwarmd met de thermische energie van de koudere buitenlucht.
Om de verwarmingscyclus op te starten moet men met de toetsen Up, Down een
temperatuur instellen die hoger is dan de kamertemperatuur. Het apparaat regelt
automatisch de cycli van de compressor om de ruimte op de gewenste temperatuur
te houden.
Voorbeeld: als de temperatuur in de ruimte 18°C is, dan moet men, om de compres-
sor op te laten starten en met verwarmen te beginnen, een temperatuur van 19°C of
hoger instellen.
VENTILATIE
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbediening. Druk op de toets MODE om de
ventilatiemodus te selecteren: op de display verschijnt het symbool
functie kan men de lucht in de kamer laten circuleren.
Drukt men op de toets FAN dan kan men de snelheid van de ventilator kiezen uit:
(laag),
(matig),
Kiest men voor de snelheid
tisch de snelheid van de ventilator.
SELECTIEMODUS AIR
Door op de toets AIR te drukken laat de display van de afstandsbediening in plaats
van de temperatuur de knipperende tekst "SL" zien, en knipperen de symbolen
en
één keer. Gebruik de toetsen Right en Left om de mogelijke werking-
smodi te selecteren. Het betreffende symbool begint te knipperen (sneller als de
functie ingeschakeld is). Om de zuurstofgenerator (optioneel), de ionisator (optio-
neel) en de auto-schoonmaakmodus (Ambition-modellen) in te schakelen gebruikt u
de toets Up; om deze functies uit te schakelen gebruikt u de toets Down. De auto-
schoonmaakmodus kunt u alleen inschakelen als de afstandsbediening op
Automatische Koeling staat.
Om de keuze van de opties te bevestigen drukt u opnieuw op AIR of wacht u 5
seconden zonder een toets in te drukken.
SELECTIEMODUS ECO
Druk op de toets ECO en de display van de afstandsbediening laat in plaats van de
temperatuur de knipperende letters "SL" zien, en de symbolen
knipperen één keer. Gebruik de toetsen Right en Left om de mogelijke werkingsmo-
di te selecteren. Omdat de ene werkingsmodus de andere uitsluit, wordt bij elke
nieuwe selectie de voorgaande modus uitgeschakeld.
Om de turbomodus
, de sleepmodus
(optioneel) en de bewegingssensor
functies uit te schakelen gebruikt u de toets Down.
Om de keuze van geactiveerde modussen te bevestigen drukt u opnieuw op AIR of
wacht u 5 seconden zonder een toets in te drukken.
SLEEPFUNCTIE
In de koelings- of ontvochtigingsmodus wordt de ingestelde temperatuur gedurende
de eerste twee werkingsuren geleidelijk met 2°C verhoogd. In de verwarmingsmodus
wordt de ingestelde temperatuur gedurende de eerste twee werkingsuren geleidelijk
met 2°C verlaagd.
Samen met de functie SLEEP, kan men de uitschakeling met timer programmeren
tot maximaal 24 uur door op de toets TIMER OFF te drukken, (zie paragraaf "uit-
schakeling met timer").
N.B.: In de functie "SLEEP" men kan de uitschakeling uitsluitend met "TIMER OFF"
programmeren.
(hoog) of
(automatisch).
, dan selecteert de elektronische besturing automa-
, de energie besparings modus
te activeren gebruikt u de toets Up; om deze
. In deze modus ver-
. Met deze
,
,
,
en
BE
+
+
AUTO
CLEAN
+
+
83