De motor dient altijd zo te worden geplaatst dat de afvoerplug in de laagste stand "open/gesloten" staat. Rubber aftappluggen
worden geleverd in gesloten positie en dienen periodiek te worden geopend om de afvoer van het condenswater mogelijk te
maken. Voor omgevingen
met een hoogwater condensatieniveau en een motor met beschermingsklasse IP55 dient de aftapplug te zijn gemonteerd in open positie.
Bij een motor met beschermingsgraad IP56, IP65 of IP66, dienen de aftappluggen in gesloten positie te blijven staan, alleen tijdens
onderhoud van de motor dient deze te worden geopend. Een "automatische" rubber aftapplug is ontworpen voor eenmalig gebruik en kan
niet worden hergebruikt. Als een afvoerplug wordt verwijderd, voor welk doel dan ook, dient deze te worden vervangen door een nieuwe
afvoerplug. Het afvoersysteem van een motor met olienevelsmering systeem dient te worden gekoppeld aan een specifiek opvangsysteem.
De afvoerplug van een explosieveilige motor kan niet worden verwijderd tijdens de installatie en het onderhoud.
Wanneer de motor is uitgevoerd met een open afvoerplug onder het certificaat IECEx CSA 12.0005U is de motor uitsluitend geschikt voor
de gasgroepen IIB, IIC en IIIC, voor een omgevingstemperatuur van -55 °C tot + 40 °C, temperatuur classificatie T5 tot T2 en een IP-waarde
van IP6X.
Blokkeer niet de ventilatie van de motor. De ventilatie aanvoer van de motor dient vrij te zijn, houd een minimale afstand van ¼ van de
diameter van de luchtinlaat van het ventilatierooster in relatie tot de afstand van de muur. De lucht die wordt gebruikt voor de koeling van de
motor dient op kamertemperatuur te zijn met inachtneming van de temperatuur die vermeld is op het typeplaatje van de motor (indien niet
vermeld, kan het beschouwd worden als tussen -20 ºC en +40 ºC).
Voordat een motor gemonteerd wordt in een onbedekte omgeving of in een verticale opstelling is het noodzakelijk een extra bescherming te
gebruiken tegen het binnendringen van vloeistoffen en/of vaste deeltjes, hiervoor kan bijvoorbeeld een beschermkap gebruikt worden.
Om ongelukken te voorkomen dient u voordat u de motor start ervoor te zorgen dat de aarding is aangesloten volgens de van kracht zijnde
regelgeving en dat de spie is vastgezet. Sluit de motor correct op het netstroom aan via veilige, constante voeding, altijd met inachtneming
van de op het typeplaatje vermelde gegevens, zoals spanning, schakelschema's, enzovoorts.
De motor kan zijn uitgevoerd met losse voedingskabels, deze dienen op een juiste wijze te worden beschermd binnen een behuizing die
geschikt is voor de omgevingscondities.
Bij het gebruik van een klemmenkast dienen alle draden die deel uitmaken van de voedingskabel binnen de klemmenkast bevestigd te
worden. De kabel dient minimaal 1 mm op het klemmenblok van de motor uit te steken (de niet geïsoleerde lengte mag niet groter zijn dan 1
mm).
Wanneer de klemmenkast is voorzien van "W-A12", "W-B12 (160V)" of "W-B12 (500V)", dienen de volgende specificaties te worden nageleefd:
Kenmerk
Voltage
Amperage
Doorsnede voedingskabel
Aantal kabels per aansluiting
Aandraaimoment
Service temperatuur
ATEX markering / certificaat
IECEx markering / certificaat
Voor de aansluiting van de voedingskabel, aardingsysteem en montage van het deksel van de klemmenkast dienen de aandraaimomenten
aangegeven in Tabellen 2 en 3 te worden nageleefd.
Beschermingsklasse
Deksel van de
Ex db
klemmenkast
Ex db eb
Ex db
Ex db eb
Bevestigingsbouten voor klem
Ex ec
Ex tb
Ex tc
Ex eb
Bevestigingsbouten klemmenblok
Schroefdraad
Materiaal
Plastic
metrisch
Metalen
Schroefdraad
Materiaal
Plastic
NPT
Metalen
Voor de maatvoering van de voedingskabels, de schakeleenheden van de apparatuur en de beveiligingssystemen dient er rekening met het
volgende te worden gehouden: het nominale motorvermogen, de bedrijfsfactor en de lengte van de kabels. Voor motoren zonder klemmenkast,
dienen de voedingskabels van de motor geïsoleerd te worden met behulp van isolatiematerialen in overeenstemming met de isolatieklasse
aangegeven op het typeplaatje. De minimale afstand van de isolatie tussen de onder spanning staande delen die niet van elkaar zijn geïsoleerd en
tussen deze onderdelen en de aarde dient Tabel 4 te worden nageleefd.
Spanning
U ≤ 440 V
440 < U ≤ 690 V
690 < U ≤ 1000 V
1000 < U ≤ 6900 V
6900 < U ≤ 11000 V
11000 < U ≤ 16500 V
Tabel 1 - Klemmenkast type aanduiding
0,3 t/m 2,5 mm²
Tabel 2 - Aandraaimomenten voor bevestigingsartikelen [Nm]
Onderdeel
Klasse 8.8/12.9
Klasse A2-70 / A4-70
Aarding
1,5 t/m 3
1 t/m 1,5
Klemmenblok
1 t/m 1,5
Bevestiging voedingskabel
Klemmenblokbescherming
Aarding
1,5 t/m 3
Klemmenblok
1 t/m 1,5
Tabel 3 - Aandraaimomenten voor kabelwartels/blindplug [Nm]
M16
M20
3 t/m 5
3 t/m 5
40 t/m 50
40 t/m 50
NPT 1/2"
NPT 3/4"
-
5 t/m 6
40 t/m 50
40 t/m 50
Tabel 4 - Minimale isolatieafstand (mm)
Klemmenkast type aanduiding
W-A12
t/m160 V
Max. 15 A
2x1 mm²
-20 °C t/m + 80 °C
II 2G Ex eb IIC Gb / I M2 Ex eb I Mb / PTB 06 ATEX 1078 U
Ex eb IIC Gb / Ex eb I Mb / IECEx PTB 17.0014U
M4
M5
M6
M8
-
3,5 t/m 5
6 t/m 12
14 t/m 30
-
3,5 t/m 5
6 t/m 8,5
14 t/m 19
3 t/m 5
5 t/m 10
10 t/m 18
2 t/m 4
4 t/m 6,5
6,5 t/m 9
2 t/m 4
4 t/m 6,5
6,5 t/m 9
-
3 t/m 7
4 t/m 8
7 t/m 11
-
-
-
2 t/m 6
-
3 t/m 5
4 t/m 8
8 t/m 15
3 t/m 5
5 t/m 10
10 t/m 18
2 t/m 4
4 t/m 6,5
6,5 t/m 9
-
3 t/m 5
5 t/m 10
10 t/m 18
M25
M32
6 t/m 8
6 t/m 8
55 t/m 70
65 t/m 80
80 t/m 100
NPT 1"
NPT 1 1/2"
6 t/m 8
6 t/m 8
55 t/m 70
65 t/m 80
100 t/m 120
Beschermingsklasse behuizing
Ex eb / Ex db eb
6
10
14
60
100
-
Elektrische motoren voor explosiegevaarlijke omgevingen | 27
W-B12 (160 V)
t/m 160 V
Max. 15 A
0,3 t/m 4 mm²
2x1,5 mm²
0,5 t/m 0,7 Nm
M10
M12
M14
28 t/m 60 45 t/m 105 75 t/m 110 115 t/m 170 230 t/m 330
28 t/m 40
45 t/m 60 75 t/m 100 115 t/m 170 225 t/m 290
28 t/m 40
45 t/m 70
10 t/m 18 15,5 t/m 30
5 t/m 9
10 t/m 15
-
-
6 t/m 10
-
18 t/m 30
25 t/m 40
30 t/m 45
28 t/m 40
45 t/m 70
10 t/m 18 15,5 t/m 30
28 t/m 40
45 t/m 70 75 t/m 110 115 t/m 170
M40
M50
6 t/m 8
6 t/m 8
6 t/m 8
100 t/m 120
115 t/m 140
NPT 2"
NPT 2 1/2"
NPT 3"
6 t/m 8
6 t/m 8
6 t/m 8
115 t/m 140
150 t/m 175
Ex ec / Ex db / Ex tb / Ex tc
Electric motors for explosive atmospheres | 27
W-B12 (500 V)
t/m 500 V
Max. 20 A
0,3 t/m 4 mm²
2x1,5 mm²
M16
M20
-
-
115 t/m 170
-
30 t/m 50
50 t/m 75
-
20 t/m 30
-
-
-
-
-
-
-
35 t/m 50
-
-
115 t/m 170
-
-
30 t/m 50
50 t/m 75
-
M63
M80
6 t/m 8
160 t/m 190
NPT 4"
6 t/m 8
200 t/m 240
4
5,5
8
45
70
105