5.1
Bediening
De motorbeveiligingsschakelaar is voorzien van twee
drukknoppen:
- een AAN-knop (zwart)
- een UIT-knop (rood)
5.2
Gebruik
Omdat het een draagbare unit betreft, kan deze op iedere
gewenste plaats worden ingezet. Dankzij de magneetvoet op de
afzuigkap van de SUS-5/160, kan de lasrook bij de bron worden
afgezogen.
VOORZICHTIG
Plaats de ventilator niet op plaatsen waar deze is
blootgesteld aan trillingen of aan warmtestraling
afkomstig van warmtebronnen.
•
Sluit de draagbare ventilator aan op het elektriciteitsnet.
•
Positioneer de uitblaas van de ventilator (via uitblaasopening
of uitblaas-/verlengslang) buiten het werkgebied.
WAARSCHUWING
Voer de afgezogen lucht bij voorkeur naar buiten af.
De lucht mag alleen naar een aangrenzende ruimte
worden afgevoerd mits deze voldoende wordt
geventileerd en de lasrookconcentratie beneden de
wettelijk voorgeschreven waarden blijft.
Blijf weg bij de uitblaas wanneer de ventilator draait.
Laat niemand in de uitblaasopening of -slang kijken of
de uitgeblazen lucht inademen.
Fig. 5.1
•
Positioneer de afzuigkap op 40 tot 80 cm van de
vervuilingsbron.
Fig. 5.1: Positie van de afzuigkap
•
Druk op de AAN-knop van de motorbeveiligingsschakelaar
om de ventilator in werking te stellen.
•
Begin te lassen.
•
Druk ca. 20 seconden na het beëindigen van de
laswerkzaamheden op de UIT-knop om de ventilator uit te
schakelen.
6
ONDERHOUD
Het product is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos
te functioneren met een minimum aan onderhoud. Om dit te
garanderen zijn echter enkele eenvoudige, regelmatig uit te
voeren onderhouds- en reinigingswerkzaamheden noodzakelijk
die in dit hoofdstuk worden beschreven. Indien u met de nodige
voorzichtigheid te werk gaat en regelmatig onderhoud uitvoert,
zullen eventuele problemen veelal ontdekt en gecorrigeerd
kunnen worden voordat ze tot stilstand leiden.
De aangeven onderhoudsintervallen kunnen variëren
afhankelijk van de specifieke arbeids- en
0507280010/010219/F MNF
m
0 c
– 8
4 0
bedrijfsomstandigheden. Daarom wordt aanbevolen - naast het
hier aangegeven periodieke onderhoud- de machine jaarlijks
aan een grondige, algehele inspectie te onderwerpen. Neem
hiertoe contact op met uw leverancier.
WAARSCHUWING
Achterstallig onderhoud kan leiden tot brand.
WAARSCHUWING
Schakel de machine altijd uit en ontkoppel deze van
het net alvorens onderstaande werkzaamheden uit te
voeren. Lees eerst de onderhoudsvoorschriften
vooraan in deze handleiding.
6.1
Periodiek onderhoud
De onderhoudswerkzaamheden in onderstaande tabel mogen
door de gebruiker worden uitgevoerd.
Onderdeel
Actie
Behuizing
Reinig de buitenkant met
een niet-agressief
schoonmaakmiddel.
Ventilator
Controleer de ventilator en
de ventilatorbehuizing op
aangekoekt vuil. Indien
nodig reinigen.
Controleer het
afdichtingsmateriaal bij de
ventilator. Indien nodig
vervangen.
Slang(en)
Controleer op
beschadigingen. Indien
nodig vervangen.
7
VERHELPEN VAN STORINGEN
Wanneer het product niet (correct) functioneert, raadpleeg dan
de volgende checklist om te zien of u het probleem zelf kunt
verhelpen. Is dit niet het geval, neem dan contact op met uw
leverancier.
WAARSCHUWING
Schakel de machine altijd uit en ontkoppel deze van
het net alvorens onderstaande werkzaamheden uit te
voeren. Lees eerst de onderhoudsvoorschriften
vooraan in deze handleiding.
Signalering
Probleem
Motor start
Afzuig-
niet
ventilator
werkt niet
Motor maakt
Afzuig-
een
ventilator
brommend
werkt niet
geluid, maar
draait niet
Frequentie
Voor elk
Elke 12
gebruik
maanden
X
X
X
X
Mogelijke
Oplossing
oorzaak
Geen
Controleer de
netspanning
netspanning
Netsnoer defect
Repareer of vervang
het netsnoer
Losse contacten
Herstel de contacten
Motorbeveiliging
Vervang de
sschakelaar
motorbeveiligings-
defect
schakelaar
Motor defect
Repareer of vervang
de motor
Motor gebruikt 2
Herstel de fase-
fasen (alleen bij
aansluiting
3-fasen-
motoren)
Motorcondensat
Herstel of vervang
or defect/niet
de motor-
aangesloten
condensator
(alleen 1-
fasemotoren)
NL - 11