NL
Controleer door met de hand te trekken of de achterwielen goed be-
vestigd zijn.
4.8 Vastmaken van de zwenkende voorwieltjes
Om een set voorwielen vast te maken, zet u ze recht vooruit en draait
u de sluiting boven de set wielen rechtsom bij het linker voorwiel
(afb. 16, nr. 1) en linksom bij het rechter voorwiel (afb. 16, nr. 2).
Om de set wielen los te maken, draait u de sluiting linksom bij het lin-
ker voorwiel (afb. 16, nr. 3) en rechtsom bij het rechter voorwiel (afb. 16,
nr. 4).
4.9 Instelling van de veiligheidsrem
Om de veiligheidsrem vast te zetten, drukt u het pedaal naar bene-
den (afb. 17, nr. 1).
Laat de wandelwagen niet los voordat u zeker bent dat de veilig-
heidsrem goed vastzit.
Om de veiligheidsrem los te maken, drukt u het pedaal opnieuw naar
beneden (afb. 17, nr. 1).
4.10 Instelling van de liggende / zittende stand
Om de liggende stand te bereiken, trekt u de hendel naar boven en
draait u de rugleuning tegelijk in een van de standen (afb. 18, a–b–c).
Zorg dat de rugleuning aan beide zijden goed is vastgeklikt. Na het
instellen van de gewenste stand controleert u de lengte van de gor-
del en stelt u deze opnieuw in.
De vlakke, liggende positie is bestemd voor pasgeborenen tot 6
maanden (afb. 18, c).
135