NEDERLANDS
evt. een nieuwe pak-
king:l 86 x l 76 x 2.0
mm EP.
Bij
OBGELET!
voorzien worden van
isolatie, mag alleen het
pomphuis
worden. De motor en
de
peningen moeten vrij
blijven (afb. 3, pos.2).
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting
dient door een plaatselijk
erkende elektro-installateur
overeenkomstig de gelden-
de voorschriften te worden
uitgevoerd.
– De elektrische aansluiting moet
volgens de geldende voorschrif-
ten worden uitgevoerd. Bij de
toepassing van een meerpolige
schakelaar moet de contactope-
ning minimaal 3 mm zijn.
– Om zeker te zijn van de bescher-
ming tegen druppelwater en de
trekontlasting, moet de aansluit-
kabel van voldoende diameter
worden gebruikt (vb. H 05 VV-F
3 G 1,5).
– Bij gebruik van de pomp in
installaties met watertemperatu-
ren, hoger dan 90 °C, moet een
geschikte,
aansluitkabel worden gebruikt.
– De aansluitkabel moet zodanig
worden gelegd dat deze in geen
34
installaties
geïsoleerd
condens-afvoero-
warmtebestendige
geval in aanraking komt met het
leidingwerk, pomp- of motorhuis.
– De stroomsoort en de spanning
die
van de netaansluiting moeten
overeenstemmen met de gege-
vens op het typeplaatje.
– De netaansluiting overeenkom-
stig afb. 6 uitvoeren.
– De aansluitkabel kan naar keuze
links of rechts door een wartel
worden gevoerd. Blinddoppen en
wartels zijn voor dat doeleinde
evt. uit te wisselen. Bij zijdelingse
plaatsing van het aansluitkastje
altijd de kabeltoevoer van onder
af voorzien (afb. 5)
Voorzichtig, gevaar voor
kortsluiting!
Voor de bescherming tegen
vocht moet het deksel van
de klemmenkast, na de
elektrische
weer volgens de voorschrif-
ten worden gesloten.
– De pomp aarden volgens de
voorschriften.
– Voor de aansluiting van automa-
tisch werkende schakelappara-
ten (voor dubbelpompen) verwij-
zen wij naar de betreffende
inbouw- en gebruikshandleiding.
6 In bedrijfname
Vullen en ontluchten
De installatie naar behoren vullen
en ontluchten. Ontluchting van het
aansluiting,