derlijk aan en uit te schakelen. Motor A
zorgt voor de extensie en flexie, Motor B
zorgt voor de pronatie en supinatie.
Voor een geïsoleerde pronatie/supina-
tiebeweging programmeert u Motor A in
de gewenste positie (extensie/flexie) en
deactiveert u hem aansluitend.
Het display toont in de normale modus
van de slede tijdens de behandeling
het symbool „OFF", in plaats van de
geprogrammeerde hoek voor extensie
en flexie.
Standaardinstelling: Motor A
geactiveerd
n Motor B aan/uit
U kun een volledig geïsoleerde bewe-
ging realiseren door de motoren afzon-
derlijk aan en uit te schakelen. Motor A
zorgt voor de extensie en flexie, Motor B
zorgt voor de pronatie en supinatie.
Voor een geïsoleerde extensie-flexiebe-
weging programmeert u Motor B in de
gewenste positie (pronatie/supinatie) en
deactiveert u hem vervolgens.
Het display toont in de normale modus
van de slede tijdens de behandeling
het symbool „OFF", in plaats van de
geprogrammeede hoek voor pronatie en
supinatie.
Standaardinstelling: motor B
geactiveerd
Tip!
Zorg ervoor dat er altijd een motor (A of
B) is ingeschakeld. Anders verschijnt na
het indrukken van START op het display:
NIVEAU 4:
n Isolatieprogramma
Bij deze speciale functie zijn beide
motoren ingeschakeld, maar maken niet
gelijktijdig bewegingen.
De speciale functie verloopt als volgt:
• Eerst beweegt Motor A gedurende 3
cycli naar de geprogrammeerde maxi-
male waarden voor extensie en flexie,
dan stopt hij. Motor B is op dat moment
gedeactiveerd (indicatie Motor B: OFF)
• Dan beweegt motor B gedurende 1
cyclus naar de geprogrammeerde
maximale waarden voor pronatie en
supinatie, voor ook hij stopt en de
gehele cyclus weer met Motor A begint.
Wanneer Motor B draait, is Motor A
gedeactiveerd (indicatie Motor A: OFF)
• De stoppositie aan het eind van elke
laatste cyclus (zowel bij extensie/flexie,
als bij pronatie/supinatie) kunt u in stap-
pen van 25% kiezen tussen 0% en 100%
van elke geprogrammeerde maximale
bewegingsuitslag.
• De stappen 1 en 2 kunt u, indien nodig,
een willekeurig aantal keren herhalen. U
beëindigt de behandeling met behulp
van de knop STOP of door de gepro-
grammeerde behandelduur te laten
verlopen.
Tijdens de opwarmmodus van de slede
ziet u in het veld linksboven in het
scherm het symbool
Standaardinstelling: gedeactiveerd
De speciale functie programmeert u als
volgt:
• Selecteer in menuniveau 4 via de para-
meterknop de speciale functie
Op het display verschijnt:
- het symbool voor de speciale functie
- de informatie over de activeringstoe-
stand (cirkel met / zonder haakje) van
de functie
- twee kadertjes met het actueel inge-
stelde percentage voor de stoppositie
van motor A en motor B
- een haakje in de markeringscirkel.
• Om de functie te activeren drukt u op de
knop„+", om hem te deactiveren op de
knop „-"
Nogmaals drukken op de parameter-
knop is hier niet mogelijk om te active-
ren of te deactiveren.
Bij een geactiveerde functie verschijnt
het haakje in de cirkel.
• Druk nu op de parameterknop van het
244
.
.