58 NL – Beknopte installatiegids
Controleer de isolatie van de motorkabel en motor wanneer de kabel losgekoppeld is
van de omvormer, zie figuur
fasegeleider en de veiligheidsaardegeleider door een meetspanning van 1000 V DC
te gebruiken. De isolatieweerstand van een ABB-motor moet hoger zijn dan
100 Mohm (referentiewaarde bij 25 °C of 77 °F). Voor de isolatieweerstand van
andere motors moet u de instructies van de fabrikant raadplegen. Opmerking: Vocht
in de motorbehuizing zal de isolatieweerstand verlagen. Als u vocht vermoedt, moet u
de motor drogen en de meting herhalen.
Bevestig de waarschuwingsstickers in plaatselijke talen
EN
Sluit de vermogenskabels aan
Zie de figuren
C
DA
kabel voor de motorbekabeling.
DE
1. Neem de frontkap weg. IP21 units: Maak de bevestigingsclip los met een
schroevendraaier (a) en til de kap vanaf de onderkant naar buiten(b).
ES
2. IP21 units: Verwijder het deksel van het kabelingangsblok door de
montageschroeven los te draaien.
FI
3. Bevestig de waarschuwingssticker tegen restspanning in de plaatselijke taal
FR
naast de besturingsunit.
4. Verwijder de zijplaten van het kabelingangsblok.
IT
5. Verwijder de afdekking op de vermogenskabelklemmen door de clips aan de
NL
zijkanten los te maken met een schroevendraaier en de afdekking op te tillen (a).
Druk gaten uit voor de kabels (b).
NL
6. Voor frames R8 en R9: Indien parallelle kabels geïnstalleerd worden, druk dan de
afdekkingen op de vermogenskabelklemmen uit zodat de kabels geïnstalleerd
RU
kunnen worden.
SV
7. Snijd geschikte gaten in de rubberen doorvoertules. Schuif de doorvoertules op
de kabels. Maak de kabeluiteinden gereed. Schuif de kabels door de gaten van
TR
de bodemplaat en maak de doorvoertules in de gaten vast.
8. Aard de kabelafschermingen over 360 graden onder de aardklemmen.
CN
9. Sluit de getwiste kabelafschermingen aan op de aardklemmen.
10. Sluit de geleiders van de ingangs- en motorkabels aan. Draai de schroeven vast.
11. Units met optie +D150: Sluit de geleiders van de remweerstandskabel aan op de
klemmen R+ en R-.
12. Als er parallelle kabels geïnstalleerd worden, installeer dan de aardingsplaat
hiervoor. Herhaal de stappen 7 tot 12.
13. Zet de afdekking op de vermogensklemmen terug.
E
op pagina 103. Meet de isolatieweerstand tussen elke
en
F
op pagina's
102
en 103. Gebruik symmetrisch afgeschermde