Gebruikershandleiding
8 Elektrische verbindingen
De elektronische eenheid is een inrichting met dubbele voedingsspanning: dit
betekent dat deze eenheid met een voeding van 12 Vdc en 24 Vdc kan worden
gebruikt. De maximale voedingsspanning is 17 Vdc voor een 12 Vdc-systeem en
31,5 Vdc voor een 24 Vdc-systeem. De maximale omgevingstemperatuur is 55°C.
De elektronische eenheid is voorzien van een beveiliging die de werking van de
compressor onderbreekt als de temperatuur te hoog is.
De elektronische eenheid moet altijd direct zijn aangesloten op de accu of op de
hoofdschakelaar. Houd u daarbij aan de "+" en "-" accupolen. De elektronische
eenheid wordt beschermd tegen het omdraaien van de accupolen. Zo dicht mogelijk
op de accu moet op de "+"-kabel een zekering zijn geïnstalleerd. Let buitengewoon
goed op de afmeting van de voedingskabels. In het geval van een 12 Vdc-installatie
(zie het schema) moet een zekering worden gebruikt die geschikt is voor een stroom
van minstens 15 A. In het geval een 24 Vdc-installatie is een zekering van minstens
7,5 A nodig. Als een hoofdschakelaar gebruikt wordt, moet deze op zijn minst een
stroom van 20 A kunnen verdragen. Raadpleeg de norm IEC 20-40 "Gebruik van
elektrische kabels met een bedrijfsspanning tot 450/750 V" en de tabel 3 of tabel 4
voor de afmeting van de kabels. In dit geval is de lengte de afstand tussen de accu of
de verdeelkast en de elektrische eenheid.
Neem voor de aansluiting op de elektrische installatie van de boot het volgende in acht:
• Controleer voor de inbedrijfstelling of de bedrijfsspanning en/of de accuspanning
met het typeplaatje overeenstemmen.
• Alle elektrische inrichtingen, zoals de kabels, de connectoren, de
wisselstroomgenerator, de regelaar en de accu's moeten volgens de voorschriften
worden onderhouden.
• De accu met een capaciteit van minstens 90 Ah moet tijdens de werking van de
motor voldoende energie kunnen ophopen.
• Gebruik altijd kabels met een passende diameter (zie de aanbevelingen van de
specifieke tabel).
• Gebruik altijd koperen of vertinde kabels met meerdere draden die voor een
mariene omgeving geschikt zijn.
• Sluit het apparaat direct aan op de accu of op de hoofdschakelaar en controleer
of de installatie is voorzien van een elektrisch systeem dat het circuit tegen
overbelasting beschermt.
• Verifieer of de elektrische voeding geschikt is om alle aangesloten apparatuur te
voeden.
253