V
OORBEELD VAN BEDRADING EN INSTELLEN
VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Aansluiten van de bedrading
Vanaf de buitenkant van de unit
Verwijder het deksel van de schakelkast zoals weergegeven in
afbeelding 11b en voer de aansluitingen uit.
Vanaf de binnenkant van de unit
Verwijder de kleine bodemplaat en de verwisselbare plaat
(bij achteraanzuiging) of de steunplaat van het luchtfilter (bij
onderaanzuiging). Verlaag de schakelkast zoals weergegeven in
afbeelding 11c. Breng de kabels aan door de kabelpoorten van het
deksel van de schakelkast vooraleer die aan te sluiten.
1
Kleine bodemplaat
2
Steunplaat voor luchtfilter
3
Schakelkast
4
Verwisselbare plaat
Vierkanten opening (bedekt door het deksel van de
5
schakelkast)
VOORZORGSMAATREGELEN
1
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het bedraden naar
de voedingsklemmenstrook.
-
Sluit geen draden van een verschillende gauge aan op
dezelfde voedingsklem (Losse aansluitingen kunnen over-
verhitting veroorzaken).
-
Sluit draden met eenzelfde gauge als volgt aan.
2
De totale spanning van de dwarsbedrading tussen binnenunits
moet minder dan 12 A bedragen. Tak de leiding buiten de klem-
menstrook van de unit af in overeenstemming met de normen
voor elektrische uitrustingen bij gebruik van een dubbele
voedingskabel met een gauge groter dan 2 mm
De aftakking moet zodanig worden beschermd dat die minstens
even goed is geïsoleerd als de voedingskabel zelf.
3
Sluit geen draden met een verschillende gauge aan op dezelfde
aardklem. Losse aansluitingen kunnen de bescherming aan-
tasten.
4
De afstandsbedieningskabels en aansluitdraden van de units
moeten zich op minstens 50 mm afstand bevinden van de
voedingskabel. Anders kan er een storing optreden als gevolg
van elektrische interferentie.
5
Raadpleeg de "Montagehandleiding van de afstandsbediening"
die is meegeleverd met de afstandsbediening voor het bedraden
van de afstandsbediening.
6
Sluit de voedingskabel nooit aan op de klemmenstrook voor
transmissiebedrading. Dit kan het hele systeem beschadigen.
7
Gebruik uitsluitend gespecificeerde draden en sluit die stevig
aan op de klemmen. Let op dat de draden geen externe druk
uitoefenen op de klemmen. De draden moeten zich ook in de
juiste volgorde bevinden zodat ze geen andere uitrusting
belemmeren zoals het openduwen van het servicedeurtje. Zorg
ervoor dat het deksel stevig sluit. Slecht uitgevoerde aan-
sluitingen kunnen oververhitting veroorzaken of, in het slechtste
geval, kortsluiting of brand.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6
Instellen van de aansluitklem voor omschakeling van de
statische druk
Al naargelang de vereisten van de statische druk voor het
systeem dient u, zoals afgebeeld, de adapters van de printplaat
in de schakelkast te wijzigen.
1
2
LET OP
V
OORBEELD VAN BEDRADING
Voorzie de voedingskabel van elke unit met een schakelaar en
zekering, zoals in afbeelding 17.
2
(Ø1,6).
1
2
3
4
5
6
7
8
Voorbeeld van een compleet systeem (2 systemen)
Bij gebruik van 1 afstandsbediening voor 1 binnenunit (Normale
werking) (Raadpleeg afbeelding 15)
Bij
groepsbesturing
(Raadpleeg afbeelding 16)
1
2
3
4
5
LET OP
FMDQ50+60
Laag
1
2
Standaard
1
2
Hoog
1
2
Zwarte draad
Blauwe draad
De unit is in de fabriek ingesteld op standaard
statische druk (X4A).
Voeding
Hoofdschakelaar
Voedingskabel
Transmissiebedrading
Schakelaar
Zekering
Binnenunit
Afstandsbediening
of
gebruik
van
Buitenunit
Binnenunit
Afstandsbediening (Optie)
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
Bij gebruik van 2 afstandsbedieningen
Bij groepsbesturing is het niet nodig om een adres van
een binnenunit aan te duiden. Het adres wordt
automatisch ingesteld bij het inschakelen van de
voeding.
FMDQ71~125
niet beschikbaar
1
2
1
2
2
afstandsbedieningen
FMDQ50~125A7V3B
Airconditioningsysteem
4PW47630-1